Isaiah 49:14-21

De HEERE vergeet Zijn volk niet

Het lijkt alsof het volk dit alles niet kan geloven. Ze klagen erover dat de HEERE hen heeft verlaten in de tijd van de verdrukking die aan de hiervoor beschreven terugkeer voorafgaat. De lange periode van lijden heeft het volk dat gevoel gegeven (Js 49:14). De verdrukking is rechtvaardig, hun klacht is dat niet. Op de klacht volgt tot vertroosting een uiteenzetting en verzekering van Gods liefde. Die liefde is niet alleen net zo groot als die van een moeder voor haar kind, maar gaat daar nog ver bovenuit ook (Js 49:15). Dat een moeder haar zuigeling vergeet, is moeilijk voorstelbaar; dat de HEERE Zijn volk vergeet, is volledig onvoorstelbaar.

Verre van Sion – dat wil zeggen haar inwoners – te vergeten, heeft Hij hen onlosmakelijk aan Zich verbonden en staat Hij met Zijn handelingen voor hen garant (Js 49:16). De Joden hadden een gewoonte om in hun handen of ergens anders het merkteken van de stad en de tempel te zetten als teken van hun toewijding en tot voortdurende herinnering. God neemt in Zijn genade dit beeld over om hun zekerheid te geven. Hij heeft hen in Zijn handpalmen gegraveerd.

Met één hand heeft Hij de aarde gegrondvest (Js 48:13), maar Zijn geliefd volk heeft Hij met Zijn beide handen omgeven (vgl. Jh 10:28-29). Het spreekt zowel van absolute zekerheid, veiligheid en geborgenheid als van het feit dat Hij voortdurend voor hen aan het werk is. Die handen zijn eens voor ons doorboord toen Hij gekruisigd werd. Het spreekt van een volkomen liefde. Daaraan mogen we telkens denken als Hij ons Zijn handen toont (Jh 20:19-29).

In de oudheid was het de gewoonte om de naam van de meester te graveren in de hand van zijn slaven. De slaaf was daardoor onlosmakelijk verbonden met zijn meester. Hier is het andersom. God heeft Zich onlosmakelijk aan hen verbonden. Hij denkt onophoudelijk aan hen en is altijd voor hen bezig. Ze moeten niet denken dat de zaak Hem uit de hand loopt, want zij zijn altijd in Zijn hand. De muren van Sion, hoe verwoest ze ook door de vijand zijn, ziet Hij altijd voor Zich in hun volmaakte, toekomstige staat.

Het in de handpalm gegraveerd zijn veronderstelt de nauwste vereniging met Hem Zelf. Het ziet op Zijn onveranderlijke liefde en op Zijn voortdurende denken aan ons in alles wat Hij voelt en doet. Graveren in de handpalm is ook een uiterst pijnlijke zaak. Hij heeft de pijn op het kruis ervoor over gehad om ons zo met Zich te verenigen.

In al Zijn handelingen denkt Hij aan ieder van de Zijnen. In ons ongeloof en onze vergeetachtigheid verliezen we vaak uit het oog hoe kostbaar we voor Hem zijn in Christus. Gods liefde vindt haar volheid in de liefde van Christus. Die liefde vernemen we als Hij Zijn hart hierover uit tegenover Zijn discipelen. Hij zegt tegen hen: “Zoals de Vader Mij heeft liefgehad, heb Ik u liefgehad; blijft in Mijn liefde” (Jh 15:9).

Verwondering

Deze verzen bevestigen opnieuw de belofte van de uiteindelijke vergadering van de verstrooide verworpenen van het volk terug in hun land. Er vindt een wisseling van de bevolking plaats. De oorspronkelijke bevolking trekt met snelheid het land binnen, en zij die het land hebben veroverd en verwoest, trekken weg (Js 49:17). De kinderen van wie Sion heeft gedacht dat ze verloren zijn, komen in menigte terug (Js 49:18). Zij zullen als een versiering voor het land zijn, op dezelfde wijze als een bruid versierd is voor haar man.

De reden, aangegeven door “want” (Js 49:19), dat de verslinders ver weg verdreven worden, is dat er geen ruimte genoeg zal zijn voor al haar inwoners. Zo talrijk zal het volk zijn, dat er ruimte moet worden gemaakt (Js 49:20). Het volk van Sion is in ballingschap gegaan, de stad is verlaten en eenzaam geweest (Js 49:21). Nu is ze omgeven door een menigte van haar kinderen. Met de "verbannen" kinderen kunnen wel de twee stammen bedoeld zijn en met de "verdreven" kinderen de tien stammen. Verwonderd vraagt ze zich af waar ze zijn geweest en waar ze toch vandaan komen. Het antwoord wordt in de volgende verzen gegeven.

Soms maakt de Heer de bedoeling van Zijn handelingen niet openbaar. Hij beproeft daarin ons geloof en laat ons wachten tot de door Hem bepaalde tijd is aangebroken om Zijn handelingen en de betekenis daarvan bekend te maken. De vreugde is veel groter wanneer de ontvouwing komt, dan wanneer er geen duistere omstandigheden zouden zijn geweest. Ook de heerlijkheid van Zijn genade zal veel groter zijn.

Copyright information for DutKingComments