Isaiah 8:17

Jesaja en zijn kinderen

Vanwege hun verwerping van de Messias vindt het oordeel van de verblinding plaats. Ze zullen blind en doof zijn voor de woorden van God. Alle studie van de Thora, die in alle onderdelen wijst op de Heer Jezus, door orthodoxe Joden levert hun niets op (Jh 5:39; 46-47). Ze ontdekken niets van de Messias. Hun ogen zitten potdicht (2Ko 3:14). Het is het oordeel van de verharding dat voor een deel, dat is de massa, over Israël is gekomen (Rm 11:25). Daarom zullen zij dan ook de antichrist aannemen (Jh 5:43b).

Met “het getuigenis” (Js 8:16) wordt bedoeld wat door Jesaja is gezegd over Immanuel en de toekomstige toestand van Israël. Het is het profetisch getuigenis. Dat moet veilig en zeker gesteld worden en worden bewaard voor het overblijfsel in die dagen en ook voor het overblijfsel in latere generaties. Dat wordt bedoeld met “bind … toe”. Met “de wet”, dat is de wet van Mozes die door het volk is verworpen (Js 5:24), moet hetzelfde gebeuren, wat wordt aangegeven door de opdracht “verzegel”. Alleen het trouwe overblijfsel, “Mijn leerlingen”, zij die zich door de HEERE door de mond van Jesaja laten onderwijzen, en later de volgelingen van de Messias, zullen zich erdoor laten bemoedigen.

Dit geldt ook voor ons. Nadat Paulus de oudsten van Efeze de komende afval heeft voorzegd, vertrouwt hij hen, en ons, toe aan God en het Woord van Zijn genade (Hd 20:32). Voor allen die trouw willen zijn in een tijd van afval, is het Woord van God vol bemoediging. Naarmate de tijden donkerder worden, zal het Woord van God voor de leerling-discipel steeds waardevoller worden.

Te midden van het volk waarvoor de HEERE Zijn aangezicht vanwege hun zonden heeft verborgen, is Jesaja vastbesloten volhardend op Hem te wachten en naar Hem uit te zien (Js 8:17). Wachten op de HEERE is, net als bidden, een erkenning van de eigen machteloosheid en het volkomen afhankelijk zijn van Hem. Als de HEERE “Zijn aangezicht verbergt”, wil dat zeggen dat Hij de zegen aan Zijn volk onthoudt. De mens kan Hem dan niet zien. God is er wel, maar de mens neemt die zegen niet waar.

Iedere ware gelovige zal net als Jesaja ondanks het ontbreken van zegen op God vertrouwen en uitzien naar Zijn verlossing. In tijden van nood als gevolg van de zonden van Gods volk, waarin God Zich niet openlijk met Zijn volk verbindt, weet de individuele gelovige dat Gods hart naar hem uitgaat. Hij weet dat, doordat hij put uit het blijvend Woord van God. Dit getuigenis van Gods Woord blijft verzegeld voor de massa van het volk dat in zijn zonden volhardt, het blijft onleesbaar en onbegrepen.

Het laatste deel van Js 8:17, “op Hem zal ik hopen”, wordt aangehaald in Hebreeën 2. Het wordt daar weergegeven met “Ik zal in Hem vertrouwen hebben” (Hb 2:13a). De Spreker daar is Christus, de Messias. Het citaat bewijst dat Christus waarachtig Mens is. Dat bewijs wordt gezien in het vertrouwen dat Hij als Mens op Zijn God stelt.

Hierin ligt een waardevolle les. Ook wij leven in een toestand van verval en van een weigeren om naar Gods Woord te luisteren. Als wij trouw blijven en in Gods voornemens staan, zullen we juist in deze toestand ons hart des te standvastiger richten op Hem. Ook zal van Hem onze verwachting zijn. Het kan ons terneerdrukken als we de achteruitgang zien van hen die eens mede door onze dienst hoop op vrucht hebben gegeven. Dan wil de Geest van God ons dichter bij de Heer brengen, opdat we onze bronnen zullen vinden in de kracht die Hij heeft om Zijn Naam nog steeds door ons heen te verheerlijken.

De profeet vindt troost in de twee kinderen die de HEERE hem gegeven heeft (Js 8:18). In de betekenis van de naam van zijn eerste zoon, Sjear-Jasjub (Js 7:3), horen we een woord van genade. Hij is het teken dat ‘een overblijfsel zal terugkeren’. Dat zal in de toekomst gebeuren. In de betekenis van de naam van zijn tweede zoon, Maher Sjalal Chasj Baz (Js 8:3), horen we een woord van oordeel. Hij is het teken dat er ‘haastig roof spoedig buit’ zal zijn. Dat oordeel zal snel en binnenkort voltrokken worden.

De twee kinderen zijn “tekenen en wonderen” van de verlossing van Israël. “Tekenen” betekent dat hun namen een diepere betekenis hebben die een boodschap van God voor het volk inhoudt. We hebben die betekenis al meerdere keren voor de aandacht gehad. “Wonderen” zijn de aanduiding van de Goddelijke, bovennatuurlijke bron van deze boodschap. De verlossing van Israël zal gebeuren door oordeel over de vijanden. Die vijanden zijn er aan twee kanten. Intern is het de goddeloze massa van het volk en extern zijn het de vijandige omringende volken.

De profeet Jesaja is samen met de kinderen die God hem heeft gegeven ook een type, een zinnebeeld van Christus samen met de kinderen die God Hem heeft gegeven (vgl. Jh 17:2; 6; 24). Dat zien we in de aanhaling van het eerste deel van Js 8:18 in Hebreeën 2 (Js 8:18a; Hb 2:13b). Als Mens heeft Christus Zich verbonden met de kinderen die God Hem heeft gegeven, dat is het overblijfsel van Israël. De Geest van God past Js 8:18a in Hebreeën 2 toe op de geestelijke kinderen van God in deze tijd (Hb 2:13b). Zij staan in verbinding met Christus.

Het gaat niet om ‘kinderen van Christus’ of ‘kinderen van de Heer Jezus’. Zulke uitdrukkingen gebruikt de Bijbel nergens voor gelovigen. Het zijn onjuiste uitdrukkingen. Het gaat hier om de kinderen van God die Hij, God, aan de Heer Jezus heeft gegeven. De natuurlijke kinderen van Jesaja zijn de symbolische vertegenwoordigers van de gelovigen die op dezelfde wijze een getuigenis tegenover de wereld moeten zijn.

Copyright information for DutKingComments