Jeremiah 23:1-8

De valse herders

De HEERE richt het woord tot de valse herders, de dieven en wolven, die de schapen van Zijn weide ombrengen en overal verspreiden (Jr 23:1). Dat zijn niet alleen de vier slechte koningen uit de vorige hoofdstukken, maar al de leiders van Juda. De taak van een herder is om schapen te voeden en te beschermen en de kudde bij elkaar te houden (Jh 10:11-13). Hij, “de HEERE, de God van Israël”, veroordeelt deze herders om wat zij met Zijn volk doen (Jr 23:2). Hij zal hun slechte daden aan hen vergelden.

Het raakt Hem diep dat deze herders Zijn volk zo verspreiden. Hij vergelijkt Zijn volk met een kudde schapen die in Zijn weide, het land van Israël, weiden (Ps 74:1; Ps 79:13; Ps 95:7; Ps 100:3). Schapen hebben elkaar en een herder nodig. Een schaap alleen en zonder herder is hopeloos verloren. In plaats van de schapen bij elkaar te houden verspreiden deze herders hen. Door de ontrouw van de herders zijn de schapen door de Assyriërs in verstrooiing weggevoerd. In plaats van de schapen veiligheid te bieden verdrijven ze hen. In plaats van de schapen te verzorgen zien ze niet naar hen om. Het zijn waardeloze herders (Ez 34:1-10).

De HEERE zal Zelf de zorg voor Zijn schapen op Zich nemen (Jr 23:3). Hij zal hen bijeenbrengen uit de landen van de verstrooiing waar ze terechtgekomen zijn. Hij zal dat doen door Zijn rechtvaardige SPRUIT (Jr 23:5-8). Een kleine voorvervulling van de terugkeer naar het land zien we in de terugkeer van een overblijfsel uit Babel onder Jozua en Zerubbabel.

Opmerkelijk is dat eerst van de herders wordt gezegd dat zij de schapen verspreiden en verdrijven, maar dat de HEERE hier zegt dat Hij hen verdreven heeft. Het is allebei waar. Het gedrag en de toestand van de leiders van het volk hebben de HEERE geen andere keus gelaten dan de schapen te verstrooien. Maar de verantwoordelijkheid daarvoor legt Hij bij deze leiders.

Hij is ook machtig om hen terug te brengen naar hun schaapskooien, plaatsen van veiligheid en verzorging. Door Zijn zorg zullen ze vruchtbaar zijn en talrijk worden. Het bijeenbrengen in schaapskooien kunnen we toepassen op het bijeenbrengen van verstrooide kinderen van God in plaatselijke gemeenten, om daar vruchtbaar te zijn en talrijk te worden. Dat wil de Heer ook vandaag nog doen.

Hij zal Zijn zorg voor hen in de handen van trouwe herders leggen (Jr 23:4). Zij zullen de onderherders zijn van de ware Herder Die God over Zijn volk zal aanstellen (Ez 34:23-24). De schapen zullen vredig neerliggen, zonder bevreesd te zijn voor wat kan gebeuren of ontsteld te worden door een vijand die opduikt. Geen macht zal er één kunnen roven. Niemand kan er één rukken uit de hand van de Vader en de Zoon (Jh 10:28-29).

De rechtvaardige SPRUIT

De dagen die komen (Jr 23:5), zijn de dagen van de regering van de Heer Jezus in het vrederijk. In die dagen wordt de belofte van de HEERE in de vorige verzen waargemaakt. Hij zal dat Zelf doen door “voor David een rechtvaardige SPRUIT” te laten opstaan. Hij bewerkt dat een nakomeling van David, de Heer Jezus, de grote Zoon van David, op de troon van David zal plaatsnemen. Dan ligt de regering in handen van een onfeilbare Koning, Die rechtvaardig regeert en verstandig handelt. Deze rechtvaardige Spruit is de Messias.

De naam Spruit komt in verschillende samenstellingen voor en laat ons telkens een andere heerlijkheid van de Heer Jezus zien die we kunnen verbinden met de vier evangeliën. Hij wordt genoemd:

1. “De SPRUIT van de HEERE” (Js 4:2). Dit is de Naam die doet denken aan het evangelie naar Johannes. Deze Naam spreekt van Zijn Godheid Die op schitterende wijze door Johannes in zijn evangelie wordt beschreven.

2. “Een rechtvaardige SPRUIT” (Jr 23:5; Jr 33:15). Dat staat in verbinding met Hem als de rechtvaardige Koning. Zo zien we Hem in het evangelie naar Mattheüs.

3. “Mijn Knecht, de SPRUIT” (Zc 3:8). In het evangelie naar Markus zien we Hem als Knecht.

4. “Een Man – Zijn Naam is SPRUIT” (Zc 6:12). Dat brengt ons bij het evangelie naar Lukas, want daarin wordt Hij voorgesteld als Mens.

Er zal geen onrecht meer gebeuren, want “Hij zal recht en gerechtigheid doen op aarde”, zoals Zijn vader David dat heeft gedaan (2Sm 8:15). Als de ware Zoon van David, de ware Salomo, zal Hij over Zijn volk “rechtspreken met gerechtigheid en … met recht” (Ps 72:2). Dat zal een verademing zijn na een lange periode waarin het kwaad en het onrecht de overhand hebben gehad, waarin verdrukking en ellende het deel zijn geweest van de getrouwen.

Met “in Zijn dagen” (Jr 23:6) worden de dagen van Zijn regering bedoeld, wanneer Hij, Die nu al alle macht in handen heeft, openbaar over hemel en aarde regeert. In die dagen zal Zijn volk daarvan de zegen ervaren. Juda zal verlost worden en het hele volk Israël, de twaalf stammen, zal onbezorgd wonen (Ez 37:15-28).

In de Naam waarmee zij Hem noemen, “de HEERE ONZE GERECHTIGHEID”, zullen ze Hem erkennen als hun gerechtigheid. Op geen enkele andere manier zullen ze meer proberen hun eigen gerechtigheid te handhaven. Deze Naam van de HEERE staat in contrast met die van Zedekia. Zedekia betekent ‘de HEERE is mijn gerechtigheid’, een naam die door zijn leven tot een leugen werd gemaakt.

Direct en onafscheidelijk verbonden aan de messiaanse hoop is het nationaal herstel van Israël. Wat de HEERE dan zal doen voor Zijn volk, de bevrijding die Hij dan zal bewerken, zal de verlossing uit Egypte in de schaduw stellen (Jr 23:7). De laatste bevrijding van Zijn volk, het bijeenbrengen ervan vanuit alle landen waarheen zij zijn verstrooid, gaat de bevrijding uit Egypte ver te boven (Jr 23:8). Ze zullen in hun eigen land wonen en daar nooit meer uit verdreven worden.

Copyright information for DutKingComments