Job 14:20

De sterkste mens legt het af tegen God

“Een berg” (Jb 14:18) is een toonbeeld van stabiliteit. Als een berg valt, is er van zijn stabiliteit niets over. De berg is vergaan. Hetzelfde geldt voor “een rots” die “van zijn plaats gehaald” wordt. De indrukwekkendste zekerheden verdwijnen als sneeuw voor de zon als God ermee handelt. Het leven van Job leek zo stabiel als een berg en een rots. Maar zijn leven vergaat, het is van zijn vaste plaats gehaald.

Het water van de beproeving heeft zijn werk grondig gedaan (Jb 14:19). De stenen van de rots van zijn levenshuis zijn door de aanhoudende beproevingen vermalen. De stenen zijn tot stof geworden dat het gewas overdekt dat vanzelf opkomt, maar dat door het stof wordt verstikt. Het leven van Job en ook zijn leefomgeving zijn verpletterd onder de zware slagen van de rampen die over hem zijn gekomen. Zo laat God “de hoop van de sterveling” vergaan.

Wat kan een machteloze sterveling tegen de almachtige God beginnen (Jb 14:20)? God is oneindig veel sterker. Hij overweldigt hem voor altijd. Nooit zal een sterveling een kans krijgen om het nog eens tegen God op te nemen. Hij verdwijnt uit Gods tegenwoordigheid om te verdwijnen in de dood. Eerst had hij een vriendelijk gezicht naar God. Dat was in zijn vroegere dagen van voorspoed. God heeft door Zijn plagen zijn gezicht veranderd, wat aangeeft dat God er de oorzaak van is dat zijn houding tegenover Hem is veranderd. En dan stuurt God hem ook nog eens weg naar het graf.

In het graf is hij weg uit Gods tegenwoordigheid en is hij ook weg uit zijn familie (Jb 14:21). Hoe het met zijn kinderen gaat, of ze aanzien krijgen of veracht worden, weet hij niet. Hij heeft er geen kijk meer op en geen oog meer voor.

Voor het heden heeft Job helemaal genoeg aan zichzelf (Jb 14:22). Hij leeft met als enige verwachting de dood. Zijn vlees bezorgt hem enorme pijnen. Daarbij komt dat hij in zijn ziel geen enkele vreugde kent. Hij beleeft niets anders dan rouw. Alle blijdschap is verdwenen. Wat heeft het leven nog voor zin? We zien dat Job enorm worstelt met de zin van het lijden, en dat hij in de duisternis en wanhoop van deze onduidelijkheid toch blijft zoeken naar een mogelijke uitweg, naar een mogelijke verklaring voor zijn lijden.

Hier eindigt de eerste gespreksronde. Het is duidelijk dat het boek niet afgesloten kan worden. Er komt een volgende gespreksronde.

Copyright information for DutKingComments