Job 17:14

Het duistere uitzicht op het graf

In tegenstelling tot de verkeerde voorstelling van zaken die de vrienden geven over een leven in het licht dat Jobs deel kan zijn (Jb 17:12), spreekt Job over wat hem werkelijk wacht (Jb 17:13). Hij ziet het graf als zijn huis en de duisternis als de atmosfeer waar hij zijn bed spreidt om eindelijk te kunnen rusten. Het graf noemt hij “mijn vader” (Jb 17:14). De maden, die zich met dode lichamen voeden, noemt hij “mijn moeder en mijn zuster”. Ook hen ziet hij als bloedverwanten. Job ziet zich in een familierelatie met de dood en het graf en de maden die daar zijn; verder heeft hij niets meer over.

Zijn uitzicht op het graf en de duisternis en de nauwe verbondenheid daarmee sluiten zijn blik volledig af voor iets anders. Er is niets waarop hij zijn hoop nog zou kunnen vestigen (Jb 17:15). Zijn plannen en verlangens (Jb 17:11), al zijn perspectieven, zullen met hem “neerdalen in het graf” (Jb 17:16). Dan is zijn lichaam samen met zijn plannen teruggekeerd tot het stof (Gn 3:19).

Copyright information for DutKingComments