Job 20:8

Hij wordt spoedig afgesneden

Als we even proberen te vergeten tot wie Zofar zich richt, spreekt hij in bloemrijke taal, vol met aansprekende voorbeelden. Hij is een expert in het beschrijven van het kwaad en de resultaten daarvan. De toepassing op Job is te duidelijk om echt te kunnen vergeten tot wie hij spreekt. Job zal vergaan, en wel op de schandelijkste wijze: net als zijn uitwerpselen (Jb 20:7). Uitwerpselen worden weggeveegd en nooit meer teruggezien. Er wordt ook niet naar terugverlangd. Zo zal het met Job gaan. Een dood lichaam dat met verachting wordt behandeld, wordt als mest op het veld geworpen (2Kn 9:37; Ps 83:10-11; Jr 8:2; Jr 9:22; Jr 16:4; Jr 25:33).

De goddeloze vergaat op dezelfde wijze als een droom en een visioen (Jb 20:8). Een droom en een visioen zijn tijdelijke en vluchtige verschijningen. Ze zijn er even en verdwijnen dan weer. Ze kunnen niet worden vastgehouden en ook niet worden teruggeroepen. Als ze voorbij zijn, zijn ze onherroepelijk weg, weggevaagd als een nevel die oplost omdat hij door de wind wordt verjaagd.

Niemand zal hem nog onder ogen krijgen (Jb 20:9), want hij is net als een droom en een visioen die verdwenen zijn. De plaats waar hij heeft gewoond, ziet hem ook niet meer. Hij komt er nooit meer terug. Zijn plaats is leeg, alsof hij er nooit is geweest. Zijn kinderen vervallen tot de bedelstaf (Jb 20:10). Hij laat niets na voor hen, want hij moet eigenhandig het vermogen teruggeven dat hij op oneerlijke wijze anderen heeft ontnomen.

Zelf kan hij nog zo vol van jeugdige kracht zijn, maar daar zal de voortijdige dood een einde aan maken (Jb 20:11). In de kracht van zijn leven zal hij krachteloos in het stof worden neergelegd en tot het stof vergaan waaruit hij is gemaakt (Gn 3:19). En een vroegtijdige dood is volgens Zofar het bewijs dat God de goddeloze altijd straft.

Copyright information for DutKingComments