Job 21:32

Het einde in de dood

Vaak komt het einde van het genot van de voorspoed voor de goddeloze pas als hij sterft. Hij sterft niet door een Goddelijk oordeel, maar gewoon omdat hij oud is geworden. Onvermijdelijk komt het moment dat hij “de weg van heel de aarde” gaat (Jz 23:14) en “naar de graven gebracht” wordt, dat wil zeggen de begraafplaats, waar ook hij zijn graf heeft (Jb 21:32). Bij zijn begrafenis kan nog de nodige pracht en praal getoond worden. Zijn graf wordt verzorgd, voorzien van een erewacht en bewaakt door wachters, opdat grafrovers geen kans krijgen om de in het graf ‘meegegeven’ schatten te roven.

Op zijn grafsteen staat: ‘Rust zacht.’ Dat is wat de mensen denken. De toespraken bij zijn begrafenis vinden plaats onder het motto: ‘Over de doden niets dan goeds.’ Ze veronderstellen dat de kluiten die hem bedekken, en die speciaal voor hem uit de wadi’s of rivierbeddingen zijn gehaald, hem aangenaam zijn (Jb 21:33). De man heeft altijd hard gewerkt en goed geleefd. Hij heeft nu zijn verdiende ‘laatste rustplaats’.

Ook in zijn dood blijft hij een attractie. De omschrijving “alle mensen trekken achter hem aan”, kan slaan op de lijkstoet. Het kan ook slaan op de massa’s die zijn graf later bezoeken. In elk geval geldt dat hij sterft zoals alle mensen na hem zullen doen en zoals is gebeurd met de talloze mensen die hem zijn voorgegaan.

Job zegt al deze dingen als reactie op de veronderstelling van de vrienden dat de goddeloze geen rust en vrede kent, niet in zijn leven en niet in zijn dood. Er zijn zeker goddeloos levende mensen die in hun leven al lijden vanwege hun goddeloze leven en vervolgens een vreselijke dood sterven. Waar het hem om gaat, is aan te tonen dat niet algemeen kan worden gezegd dat goddeloze mensen lijden en goede mensen het voor de wind gaat. Het is soms ook andersom, dat het goddeloze mensen voor de wind gaat, zelfs tot in hun dood, en dat het goede mensen slecht gaat. Wat een verschil met de theologie van de drie vrienden.

Copyright information for DutKingComments