Job 6:13

Het verlangen door God gedood te worden

Job heeft maar één ding aan God te vragen. Hij heeft slechts één begeerte waarvan hij graag wil dat God die vervult en slechts één hoop waarvan hij graag wil dat God die geeft (Jb 6:8). Het is niet zijn begeerte en hoop dat God hem alles teruggeeft wat hij is kwijtgeraakt, maar dat God hem uit het leven wegneemt. Voor hem heeft het leven geen zin meer. God kan Zijn goedheid aan hem laten zien door hem niet verder te laten leven, maar hem te verbrijzelen (Jb 6:9). Als God hem maar eens losliet door Zijn hand van hem af te trekken, dan zou dat voor hem het einde van zijn leven betekenen. Die handelwijze van God zou hij bijzonder kunnen waarderen. We zien door alles heen dat zelfdoding voor deze Godvrezende man nooit een optie is geweest.

Wat zou hij zich getroost voelen (Jb 6:10). Ja, als God hem niet spaarde, maar zijn leven wegnam, zou dat hem in al zijn verdriet zoveel kracht geven, dat hij zou opspringen van vreugde. Hij heeft ook geen enkele angst voor de dood, want hij heeft “de woorden van de Heilige niet verloochend”. Job heeft woorden van God gehoord. Hij leefde immers in gemeenschap met Hem. Hij heeft ook geleefd naar wat God hem heeft meegedeeld. Hij heeft steeds rekening gehouden met wat Hij heeft gezegd en is zich niet bewust van een overtreding van een van Zijn geboden. Toch ondergaat hij dit lot. Zo rechtvaardigt hij zichzelf, terwijl hij in bedekte termen Gods gerechtigheid ter discussie stelt.

Job zegt niets te veel als hij zegt dat hij de woorden van God niet heeft verloochend. Maar het lijkt erop dat hij het als een prestatie van zichzelf ziet en niet als iets wat hij door genade kan zeggen. Paulus zegt ook dat hij zich van niets bewust is, maar hij beroemt zich daar niet op. Hij zegt erbij dat hij daardoor niet gerechtvaardigd is (1Ko 4:4).

Job bespeurt dat God zijn begeerte om te sterven niet vervult. Dat maakt hem krachteloos, en wel zo krachteloos, dat hij geen hoop, geen uitzicht meer heeft (Jb 6:11). Indirect is dit een antwoord op de vermaning van Elifaz die tegen hem heeft gezegd vooral toch maar hoop te houden (Jb 5:16). Maar het leven heeft voor hem totaal geen zin meer. Hij heeft in zijn leven geen doel meer dat hem nog enig perspectief biedt om ernaar uit te zien toch nog wat langer te blijven leven.

God geeft Job niet waar deze zozeer naar verlangt, omdat Hij andere gedachten over het leven van Job heeft. We zien dat ook bij Elia, die ook eens de wens heeft geuit om te mogen sterven (1Kn 19:4). God heeft de wens van Elia niet vervuld omdat Hij andere, hogere gedachten over diens levenseinde had (2Kn 2:1; 11). Zo heeft God ook andere, hogere gedachten over het levenseinde van Job.

Als God andere gedachten heeft, zijn dat altijd betere en zegenrijke gedachten. Ook wij kunnen God wel danken dat Hij ons niet altijd geeft of heeft gegeven wat wij graag willen of wilden. Dat doen we als we zien dat Gods liefde groter is en verder ziet dan de kortzichtigheid waarmee wij de dingen bezien die ons overkomen.

Job kan niet begrijpen dat God hem zo’n zware last te dragen geeft. Hij heeft toch niet “de kracht van stenen” (Jb 6:12)? Zijn geest is gebroken. En zijn vlees is toch niet “van brons”? Dat is wel aan zijn etterende wonden te zien. Hij is maar een gewoon mens van vlees en bloed. Alleen God kan de kracht geven om deze ellende te dragen. Hij ziet God echter niet als een Helper in zijn leed, maar als de Veroorzaker ervan. Wij, christenen, mogen weten dat God ons wil sterken met kracht naar de innerlijke mens. Daar mogen we in navolging van Paulus voor bidden, voor onszelf en voor elkaar (Ef 3:16).

Job ziet geen hulp meer in zichzelf (Jb 6:13). De innerlijke, geestelijke kracht die hij eens had, heeft hem verlaten. Ook de wijsheid die hij eens bezat, is verdwenen. Bij God kan hij niet terecht, want Die is tegen hem, zo ervaart hij dat althans. Dan wordt hij op zichzelf teruggeworpen. Ook in zichzelf is niets waaraan hij enig houvast heeft, iets waardoor hij moed zou kunnen vatten om verder te leven. Dan blijven zijn vrienden over. Die stellen hem echter ook zwaar teleur, zoals we in de volgende verzen horen.

Copyright information for DutKingComments