Joel 1:5

Dronkaards

Na de oudsten en alle andere inwoners van het land te hebben opgeroepen om naar hem te luisteren spreekt Joël nu speciaal tot de dronkaards. Dronkaards zijn mensen die Gods zegeningen misbruiken. Dat hij hen moet aansporen om wakker te worden, ondanks het feit dat ze niets meer te drinken hebben, laat zien hoe blind en ongevoelig ze zijn voor de uitingen van Gods misnoegen. Ze slapen hun roes nog uit, terwijl God zo ernstig spreekt. Dronkaards zijn blijkbaar in grote aantallen aanwezig daar ze als groep kunnen worden aangesproken. Veel Judeeërs leven nog in een onbezorgde roes voort.

Hier wordt vooral de onbezorgde vreugde aan de kaak gesteld. Zij die niet wakker worden door Gods stem in Zijn Woord, zullen gewekt worden door Zijn tucht. Zij die niet tot stilstand komen door oordelen veraf, zullen die oordelen aan den lijve ondervinden. Het is rechtvaardig dat God de luxe en overdaad van hen wegneemt. Hoe meer de mens zijn geluk afhankelijk maakt van wat hem bevredigt en wat voldoening geeft aan zijn gevoelens, des te harder ervaart hij het oordeel als dat hem juist in deze dingen treft. Plotseling zullen ze ontdekken dat al die zegeningen geen echte bevrediging hebben gegeven omdat ze los van God tot bevrediging van de eigen begeerten zijn genoten. Zij zullen huilen en jammeren. Vijf keer wordt over weeklagen gesproken in dit hoofdstuk (Jl 1:5; 8; 9; 10; 11).

De enige mensen voor wie dit oordeel geen straf is, zijn de nazireeërs. Zij drinken namelijk geen wijn; daarvan hebben ze vrijwillig afstand gedaan (Nm 6:1-4). De nazireeër is een mooi beeld van iemand die zich, geheel vrijwillig, aan de Heer aanbiedt om alleen voor Hem te leven. Hij doet daarbij afstand van dingen die op zichzelf niet verkeerd zijn – het was voor een Israëliet niet verkeerd om wijn te drinken – maar die wel het gevaar in zich bergen, dat tekort wordt gedaan aan de volle toewijding aan Christus.

Het afstand doen van aardse zegeningen wil zeggen dat aan die dingen een ondergeschikte plaats wordt gegeven. Het houdt in: afzien van het recht om je geld en goed, je tijd en capaciteiten te besteden naar eigen idee. Je levert alles uit aan Christus, zodat Hij het gezag erover heeft. Christenen die vrijwillig afstand doen van het genot van aardse zegeningen, zullen er niet om treuren als ze die zegeningen plotseling moeten missen.

Dronkenschap is de enige zonde die in dit boek in verbinding met Israël wordt genoemd. Daarom lijkt het erop dat vooral deze zonde de toestand van het volk karakteriseert. Dronkenschap wil zeggen dat wij de dingen die God in Zijn schepping aan de mens heeft gegeven om van te genieten, overvloedig en los van Hem tot ons nemen. Ieder mens die belijdt met God in verbinding te staan, maar in werkelijkheid los van Hem leeft, is niet in staat zich een nuchter en bezonnen oordeel te vormen over de dingen van het leven. Hij is beneveld in zijn denken.

Los van God leven wil zeggen dat we God niet betrekken bij de dingen van het leven. We maken plannen zonder Hem te vragen wat Hij ervan vindt. Plannen maken is niet verkeerd, maar het is wel verkeerd om plannen te maken zonder die aan Hem voor te leggen en vervolgens Zijn beslissing daarover te aanvaarden. Als het volk van God eenmaal op zo’n manier is gaan leven, moet God Zich bedienen van ingrijpende methoden om hen uit ‘hun roes’ wakker te schudden. Hij wil betrokken worden bij alles wat Zijn volk doet. Hij kan niet toestaan dat Zijn volk aan Hem voorbijgaat, Hem niet raadpleegt.

Copyright information for DutKingComments