John 12:48

Laatste getuigenis

De Heer roept als een laatste getuigenis dat geloven in Hem niet gaat zonder te geloven in de Vader. Het is als het ware een samenvatting van Zijn hele dienst in dit evangelie te midden van Zijn volk en de wereld. Het gaat Hem om Zijn Zender. Het is niet mogelijk Zijn eer te zoeken en niet die van God. Geloven in Hem houdt in geloven in Hem Die Hem gezonden heeft. Geloven in Hem alleen om Zijn tekenen is niet een geloven dat eeuwig leven geeft. Wie goed naar Hem kijkt, dat wil zeggen in geloof, ziet de Vader Die Hem heeft gezonden. De Heer legt weer de grootste nadruk op Zijn eenheid met Zijn Vader.

Nog eens wijst Hij op Zichzelf als een licht dat in de wereld is gekomen om mensen uit de duisternis te redden. Dat gebeurt met ieder die in Hem gelooft. Wie Zijn woorden hoort maar eraan voorbijgaat, zal niet terstond door Hem worden geoordeeld. Dat is niet het doel waarvoor Hij op aarde gekomen is. Hij is niet gekomen om te oordelen, maar om de wereld te behouden (Jh 3:17). Zal iemand dan ongestraft Hem kunnen verwerpen en aan Zijn woord kunnen voorbijgaan? Nee, zo iemand zal zeker worden geoordeeld op de laatste dag.

De norm waarnaar hij zal worden geoordeeld, is het woord dat de Heer heeft gesproken. Er zal duidelijk in het licht worden gesteld dat zo iemand het woord van de Heer heeft gehoord, maar het bewust naast zich heeft neergelegd. Het gaat om het woord, de ‘logos’, dat Hij heeft gesproken, niet de woorden. Door te wijzen op de ‘logos’ als het middel dat oordeelt, wijst Hij op Zichzelf. Hij is de ‘logos’, een woord dat weergeeft dat Hij is wat Hij spreekt. De ‘logos’, dat is de Zoon Die Zichzelf door Zijn woord heeft bekendgemaakt, veroordeelt de mens. De ernst van de afwijzing van Hem als de ‘logos’ is dat met het woord van de Zoon ook het woord van de Vader wordt afgewezen Die Hem heeft gezonden. De Zoon is in Zijn spreken en handelen volmaakt onderworpen aan Zijn Vader. Tegelijk is Hij zo een met de Vader, dat het afwijzen van Hem het afwijzen van de Vader betekent.

De Heer Jezus spreekt hier voor de tweede keer over een gebod dat Hij van Zijn Vader heeft gekregen. Het eerste gebod dat de Vader Hem heeft gegeven, betreft het afleggen en weer nemen van Zijn leven (Jh 10:17-18). Dit tweede gebod betreft alles wat de Vader Hem heeft gegeven om te zeggen en te spreken. Hij weet waarover Hij spreekt en wat de woorden van de Vader betekenen. Hij kent die woorden op een volmaakte manier. In wat de Vader Hem te spreken heeft gegeven, is voor Hem niets verborgen. Hij deelt volkomen in die woorden. Hij geeft ze niet mechanisch door, maar met volkomen instemming en de daarbij behorende gevoelens.

Hij weet dat het gebod voor ieder die het aanneemt, eeuwig leven betekent. Daarom heeft Hij alles gesproken op de manier die de Vader Hem in het persoonlijke onderhoud met Hem heeft gezegd en geen eigen vorm van de weergave ervan gekozen. Hij is ook niet buiten de woorden gegaan die de Vader Hem heeft gezegd. Hij heeft precies dat en niet meer dan dat gezegd omdat alleen die woorden volmaakt afgestemd zijn op de hoorders.

Copyright information for DutKingComments