John 6:24

De menigte zoekt en vindt de Heer

De menigte heeft alles gadegeslagen wat er gebeurde, voor zover zij dat hebben kunnen waarnemen. De gebeurtenissen op zee waarbij de Heer Zich aan Zijn discipelen op bijzondere wijze heeft geopenbaard, hebben ze niet gezien. In hun logische denken is daar ook geen plaats voor. Wel hebben ze gezien dat het scheepje waarin de discipelen zijn gegaan, is weggevaren zonder dat Hij aan boord is gegaan. Ze zoeken nadrukkelijk naar de Heer Jezus. Zou Hij dan in een ander scheepje aan boord zijn gegaan? Er waren immers andere scheepjes dicht bij die plaats waar Hij dat prachtige wonder heeft verricht, waardoor zij allemaal zo rijkelijk te eten hebben gehad.

Ze hebben ook opgemerkt hoe de Heer eerst heeft gedankt en pas daarna het brood heeft uitgedeeld. Johannes vermeldt nog eens nadrukkelijk dat zij van de broden hebben gegeten nadat de Heer had gedankt. Hiermee legt hij de nadruk op het feit dat de Heer alles doet in afhankelijkheid van Zijn Vader. De plaats van het wonder is na het vertrek van Christus een lege plaats geworden. Ze verlaten die plaats dan ook omdat het hun om Hem gaat.

Hun onderzoek wijst uit dat Hij ook niet aan boord van een van de andere scheepjes is gegaan. Ook Zijn discipelen zijn daar niet te vinden. Omdat ze toch bij Hem willen zijn, stappen ze zelf maar in de schepen. Zo komen ze in KapernaĆ¼m om Hem daar te zoeken. Daar vinden ze Hem, aan de overkant van de zee.

Ze zijn wel heel benieuwd wanneer Hij daar gekomen is, want ze hebben alle mogelijkheden onderzocht, maar het blijft voor hen een raadsel hoe Hij daar kon komen. Deze vraag maakt het ware motief van hun zoektocht naar Hem duidelijk. Ze worden door nieuwsgierigheid gedreven en om nog meer voordeel van Hem te hebben, nadat ze zo van de broden hebben gegeten. Maar de Heer bevredigt hun nieuwsgierigheid niet.

Copyright information for DutKingComments