Jonah 4:6

Een wonderboom schiet op

De naam “HEERE God” komt, behalve in Genesis 2-3, niet vaak voor in de Bijbel. Deze naam vormt de overgang van “HEERE” in Jn 4:4 naar “God” in Jn 4:7. De HEERE, Die de profeet antwoordt op zijn klacht, is ook de Schepper-God Die een wonderboom laat groeien. De naam “HEERE God” wijst op Zijn speciale relatie met Jona aan wie Hij Zich openbaart in Zijn scheppingsmacht om diens gunst te winnen. Hij wil Jona van zijn kwelling afhelpen. God is zozeer met Zijn dienaar begaan, dat Hij om zijn welzijn bekommerd is en daarvoor met wonderlijke snelheid een boom laat groeien.

Zoals Jona heel boos is in Jn 4:1, zo is hij nu heel blij. Het is de enige keer dat we lezen van de blijdschap van Jona. Zijn blijdschap bereikt niet de hoogte van de blijdschap die er in de hemel is over de bekering van zoveel mensen. Het is een zelfzuchtige, laag-bij-de-grondse blijdschap over zijn eigen gemak. Hij is meer gericht op zijn eigen gemak dan op de belangen van mensen die verloren zouden gaan. Zijn blijdschap is net zo zelfzuchtig als zijn misnoegen.

Het komt niet in hem op hierin een wonder van God te zien en nog minder om Hem daarvoor te danken. Uit de verklaring die God later geeft, blijkt dat God met de blijdschap die Hij Jona met de boom heeft bezorgd, hem heeft willen wijzen op Zijn eigen blijdschap vanwege de bekering en het sparen van Ninevé.

Copyright information for DutKingComments