Joshua 1:6-18

Bemoediging en vermaning

God heeft beloofd Zijn volk het land te geven. Dat neemt echter niet weg dat iedere Israëliet zich ervoor moet inzetten om het land te veroveren. God wil dat Zijn volk zich ervoor inspant, terwijl Hij aan het volk de kracht geeft voor de strijd. God neemt het land in bezit door Zijn volk het te laten veroveren.

Als wij onze zegeningen in bezit willen nemen, zullen we tegenstand ontmoeten. Op het terrein waar onze zegeningen zich bevinden, bevinden zich ook vijanden die willen verhinderen dat wij onze zegeningen in bezit nemen. Overal, waar we onze voet op willen zetten, zal een vijand opduiken. Daarom klinkt de bemoediging dat de Heer Zelf met ons is (Dt 31:8).

Hoewel Jozua een moedig man is, wordt hij toch bemoedigd. Hij heeft met een machtige vijand te maken die niet moet worden onderschat. De bemoediging komt tot ons, niet tot de Heer Jezus of de Geest, maar tot ons in wie de Geest woont. Hij is met Zijn Geest bij ons op aarde en Hij is onze Hogepriester in de hemel.

Hij zal ons niet “loslaten”. Dat wil zeggen dat Hij niet zal falen en ons daarom nooit zal teleurstellen. Hij zal ons niet “verlaten”. Dat wil zeggen dat Hij ons er nooit alleen voor zal laten staan. Deze belofte is van algemene toepassing op de gelovigen met het oog op de dagelijkse wandel en wat daarvoor nodig is: “Want Hijzelf heeft gezegd: ‘Ik zal u geenszins begeven en u geenszins verlaten’” (Hb 13:5b).

Hij geeft nog een middel tot overwinning op de vijand en dat is het Woord van God, voorgesteld in de wet. We moeten het Woord naspeuren om onze zegeningen te leren kennen, maar hier gaat het erom dat we het Woord gehoorzamen. Als we dat niet doen, is er geen kracht om de vijand te bestrijden. Er mag in onze wapenrusting geen opening zijn waar de vijand zijn pijl op kan richten. We moeten het Woord overdenken, niet om daarmee in de eerste plaats anderen te dienen, maar om voor onszelf te weten hoe de Heer wil dat we leven.

Jozua heeft een verantwoordelijke taak. Hij is de leider van een groot volk. Hij kan dat volk alleen goed besturen als hij zichzelf ook goed laat besturen door het gezag dat weer boven hem staat. Daarom moet hij luisteren naar Gods Woord. Dan zullen de orders en rechtspraak uit zijn mond het volk op de juiste weg leiden.

”Niet wijken uit uw mond” wil zeggen dat we Gods Woord tot onze woorden maken en we niet onze eigen gedachten willen verwoorden (Js 8:20). Dit kan alleen als we vreugde vinden in het Woord en dat “dag en nacht” overdenken (Jz 1:8; Ps 1:2). Dan zal “het Woord van Christus rijkelijk” in ons wonen (Ko 3:16a). Overdenken is niet een hoofdstuk of een vers lezen in onze stille tijd en dat dan als een soort mascotte de hele dag met ons meedragen. Het is een volledig beslag van het Woord op ons hele leven, zodat al onze activiteiten erdoor worden bestuurd. Dan zullen we voorspoedig zijn en ons doel bereiken.

Als we Gods Woord overdenken, horen we dat God gebiedt dat we sterk en moedig zullen zijn. We hebben geen reden om bang te zijn als de almachtige God bij ons is. God heeft Zijn toezegging gedaan ons het land te geven. Dan is het een belediging voor Hem als we daaraan gaan twijfelen.

Opdracht aan de beambten

Jozua gehoorzaamt direct. Het volk moet zich voorbereiden op de doortocht door de Jordaan. Met die boodschap stuurt Jozua de beambten naar het volk. Hij geeft geen aanwijzingen over de manier waarop het volk door de Jordaan zal gaan. Hij heeft gezien hoe de HEERE veertig jaar geleden de Schelfzee heeft geopend, en hij vertrouwt erop dat met de Jordaan hetzelfde zal gebeuren. Daarom zegt hij vol geloof dat ze over drie dagen de Jordaan zullen oversteken.

Hij is, samen met Kaleb, de oudste van het volk. Maar zijn geloof en enthousiasme voor het land zijn niet verminderd. Na het verkennen van het land heeft hij het volk destijds aangemoedigd op de HEERE te vertrouwen – wat ze toen niet hebben gedaan. Net als toen spreekt hij nu vol zekerheid en vuur tot zijn veel jongere volksgenoten over het oversteken van de Jordaan om het land in bezit te gaan nemen.

De voorbereiding moet drie dagen duren. De periode van ’drie dagen’ kunnen we vaak verbinden met de opstanding van de Heer Jezus. Hij is immers op de derde dag opgestaan, waardoor Hij het bewijs heeft geleverd dat Hij de dood heeft overwonnen. De doortocht vindt op die derde dag plaats. De twee voorgaande dagen zijn dagen van voorbereiding.

Met het oog op de doortocht moeten ze proviand, dat is voedsel voor onderweg, klaarmaken. Dat voedsel wordt niet door de beambten gegeven. Het volk moet daar zelf voor zorgen. Dit spreekt ervan dat wij geestelijk voedsel tot ons moeten nemen om de doortocht te kunnen aanvangen. Het betekent hier dat wij bezig zijn met en nadenken over de betekenis van de dood en opstanding van de Heer Jezus en onze dood en opstanding met Hem, waardoor we het ons eigen maken.

De tweeënhalve stam

Na de reis door de woestijn, bij het naderen van het land, is het volk op bevel van God ermee begonnen het Overjordaanse te erven. Daarmee hebben “de Rubenieten, de Gadieten en de halve stam Manasse” genoegen genomen en gezegd dat ze niet mee het land in willen. Dit is niet in overeenstemming met de bedoeling van God. Het Overjordaanse is niet het beloofde land. Het is niet het land dat door Jozua is veroverd. Het is niet de plaats van het getuigenis van de kracht van Gods Geest.

Het Overjordaanse is een gebied dat zegeningen op aarde voorstelt die we ook dankbaar uit Gods hand ontvangen, maar niet om daarmee alleen tevreden te zijn. Talloze christenen nemen genoegen met de aardse zegeningen, zonder dat ze enig idee van de ware zegeningen van de christen hebben.

Deze stammen hebben toestemming gekregen in het Overjordaanse te wonen op voorwaarde dat ze meegaan om het land te veroveren. Dat hebben ze beloofd (Nm 32:31-33). Nu gaan ze mee het land in, zelfs in de voorste gelederen. Ze zullen meehelpen het land te veroveren, maar als ze daarmee klaar zijn, zullen ze teruggaan naar hun erfdeel.

Het spreekt van gelovigen die wel eens strijden voor de zegeningen, maar toch vooral genieten van de rust in hun familie en werk, dankbaar voor alles wat de Heer daarin gegeven heeft. Alleen de mannen trekken over, terwijl ze hun vrouwen en kinderen achterlaten. Zij hebben, geestelijk gesproken, nooit iets begrepen van het met Christus gestorven en opgestaan zijn. Deze stammen worden later als eersten in de verstrooiing gevoerd.

Het oversteken van de Jordaan van deze tweeënhalve stam stelt in beeld de christen voor die gelooft in het feit van de dood en opstanding van Christus, maar voor wie dit feit geen uitwerking heeft in het geloofsleven. Zulke christenen zullen strijden tegen het opkomende ongeloof en de macht van de satan die in de wereld werkzaam is, zonder zich echter te realiseren dat de strijd zich feitelijk in de hemelse gewesten afspeelt.

De bereidheid van het volk

Het lijkt erop dat wat hier wordt gezegd, wordt gezegd door het hele volk en niet alleen door de tweeënhalve stam. Zij erkennen allen van harte het leiderschap van Jozua als de opvolger van Mozes en spreken hun onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan hem uit. Ze zullen zonder tegenwerping doen wat hij van hen vraagt en daarheen gaan waarheen hij wil dat zij gaan. Het hele volk wenst Jozua toe dat de HEERE, zijn God, met hem is, zoals Hij met Mozes geweest is. Hiermee tonen zij aan dat ook voor hen de kracht voor de strijd bij de HEERE ligt.

Het erkennen van leiderschap is ook in de gemeente belangrijk (1Th 5:12). Het gaat niet om het erkennen van door mensen aangestelde leiders. Zulke leiders kent Gods Woord niet (vgl. Gl 1:1). God geeft leiders die door Hemzelf zijn gevormd.

Er is bij de tweeënhalve stam geen enkele poging zich aan hun eerdere belofte, gedaan aan Mozes, te onttrekken. Ze spreken goede, eerlijke en behartigenswaardige woorden. Het getuigt van hoogmoed als wij op hen neerzien omdat zij alleen meegaan voor de strijd om het land en niet voor het bezit ervan. De vraag is of wij wel de strijd aangaan om het land in bezit te nemen. Hoewel zij in het delen van de verlangens van God voor ons geen voorbeeld zijn, zijn zij het wel terdege in de strijd.

Copyright information for DutKingComments