Joshua 13:30-31

Het erfelijk bezit van de halve stam Manasse

Het erfelijk bezit van de halve stam Manasse bevat het koninkrijk van Og, beroemd om het beste hout, dat van de eikenbomen van Basan. Deze stam ligt ten noorden van Gad, reikt tot aan de berg Hermon, en omsluit een gedeelte van Gilead. Met deze halve stam Manasse zijn bekende namen verbonden. Zo ligt Mizpa in het grondgebied van deze halve stam. Er komen twee richters vandaan, namelijk “Jaïr, … de Gileadiet” (Ri 10:3) en “de Gileadiet Jefta” (Ri 11:1), evenals de bekende profeet “Elia, de Tisbiet, uit de inwoners van Gilead” (1Kn 17:1).

Bij het verzoek om het Overjordaanse als erfelijk bezit te krijgen heeft de tweeënhalve stam niet verder gekeken dan hun behoeften. Zij hebben veel vee, het land heeft veel weidegrond, de conclusie is snel getrokken. Zij hebben zich in hun keus laten leiden door hun ogen (vgl. Gn 13:10-11). Maar naast het feit dat ze hiermee een zekere minachting hebben getoond voor het eigenlijke erfelijk bezit van de HEERE voor Zijn volk, hebben ze ook geen oog voor de kwetsbare positie die zij hebben gekozen. Hun land heeft geen natuurlijke grenzen. Ze vormen een dankbaar object voor vijandige volken. Zoals gezegd, worden zij ook als eersten door de Assyriërs weggevoerd en verstrooid in de landen waarover de koning van Assyrië heerst (1Kr 5:26). Ze zijn tot op vandaag niet in hun gebied teruggekeerd.

Copyright information for DutKingComments