Joshua 4:6

Inleiding

Twaalf mannen nemen ieder een steen uit de Jordaan mee naar de oever. Deze stenen worden in Gilgal opgericht tot een gedenkteken voor het nageslacht. Twaalf andere stenen worden door Jozua midden in de Jordaan opgericht, ook tot een gedenkteken. Het getal twaalf stelt het hele volk van God voor.

De stenen in de Jordaan staan op de plaats waar de ark heeft gestaan. Er vindt als het ware eenmaking plaats van het volk met de ark op de plaats van het oordeel. Zo is het ook voor ons. De gelovige is geoordeeld in Christus: “In Hem bent u ook besneden met een besnijdenis, niet met handen verricht, in het uittrekken van het lichaam van het vlees, in de besnijdenis van Christus” (Ko 2:11).

Maar de ark is ook weer uit de Jordaan omhooggekomen. De twaalf stenen aan de oever van de Jordaan herinneren de gelovige eraan dat hij met Christus is gestorven, begraven én opgewekt: “Met Hem begraven in de doop. In Hem bent u ook mee opgewekt door het geloof in de werking van God, Die Hem uit [de] doden heeft opgewekt” (Ko 2:12).

Twaalf stenen als teken voor de kinderen

Het water kan nog niet terugvloeien, want er moeten uit de diepte van de Jordaan twaalf stenen worden opgenomen. Dat moet gebeuren door de twaalf mannen die daar al voor apart zijn gezet (Jz 3:12). Zij moeten gaan naar de plaats waar de priesters nog staan. Van de plaats waar de voeten van de priesters staan, moeten ze twaalf stenen opnemen en in het kamp dragen. Deze stenen moeten een teken worden voor hen en hun kinderen.

Het teken spreekt van de Heer Jezus voor Wie de dood geweken is. Als later ouders met hun kinderen langs het teken lopen en de kinderen vragen naar de betekenis van het teken, dan kunnen de ouders zeggen dat dit de plaats is waar zij het land zijn binnengekomen. Voor ons wil het zeggen dat wij onze kinderen vertellen dat de dood van de Heer Jezus de ingang tot het land heeft gegeven. Het is een herinnering aan het feit dat Hij in de dood is geweest, maar nu is opgestaan en in de hemel is.

Het teken staat aan de oever van de Jordaan. Het teken verwijst niet alleen naar de dood van de Heer Jezus. Het is niet alleen een teken dat de ark er is geweest. Het teken bestaat uit twaalf stenen die uit de Jordaan komen. Twaalf is het getal van de stammen die met elkaar het hele volk van God vormen. Daarom wijst het teken er ook op dat de twaalf stammen in de Jordaan zijn geweest. Het stelt voor ons voor dat Christus in de dood is geweest en dat wij daar met Hem zijn geweest. Evenzo stelt het voor dat Hij is opgestaan en wij met Hem. Wij staan in Hem aan de oever, in het land van de levenden.

Spreken wij daarover met onze kinderen? De ervaring dat we met Christus zijn gestorven en opgewekt, is niet een ervaring die we slechts één keer in ons leven opdoen. Telkens weer moeten we het teken aan de oever zien. We zullen tot in eeuwigheid het Lam zien “staan als geslacht” (Op 5:6).

Copyright information for DutKingComments