Joshua 6:3-20

Gods strategie

Het land van de rust is eerst een land van strijd. Op die strijd is het volk in het vorige hoofdstuk voorbereid. Nu moet er gestreden worden, maar op Gods wijze. In dit hoofdstuk worden geen zwaarden getrokken. Hier leren we: “De wapens van onze strijd zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God, tot afbreking van bolwerken” (2Ko 10:4).

Voordat de strijd begint, wil God eerst Zijn volk nog duidelijk leren dat vestingen als Jericho alleen door Zijn kracht neergehaald kunnen worden. Zijn volk kan er niets aan doen om de muren te laten vallen. Dat betekent echter niet dat het volk dus maar thuis moet blijven. Dat ze in opdracht van de HEERE om de muur heen zijn gelopen, heeft ook niets aan de val bijgedragen. Wel zijn ze er daardoor van onder de indruk gekomen hoe sterk de muur is. Menselijk gesproken is dat om er ontmoedigd door te worden.

Waarom moeten ze zeven dagen lang om de stad heen trekken? Het doel daarvan is dat het volk zowel hun eigen onvermogen als de kracht van God zal leren kennen. Ze moeten dan ook niet naar de muur kijken, maar naar de ark. Daarin ligt de kracht. We moeten leren op deze kracht te vertrouwen, dat is geloven. De muur is gevallen door de kracht van God én de kracht van het geloof, want “door [het] geloof vielen de muren van Jericho, nadat men er zeven dagen omheen getrokken was” (Hb 11:30).

De muren vallen dan ook niet direct al nadat ze er de eerste keer omheen getrokken zijn. Er is volharding nodig. En deze volharding moet een volmaakt werk hebben (Jk 1:4; vgl. 1Kn 18:43-44) – het getal zeven, dat hier vaak voorkomt, spreekt van volkomenheid. Dit geldt ook voor de problemen in ons leven die voor ons onoverkomelijk zijn.

Vervolgens wordt tegen het volk gezegd dat ze moeten juichen voordat de muren zijn gevallen. Dat leert ons dat we al zullen danken voor de overwinning die gegeven wordt, nog voordat de overwinning heeft plaatsgevonden. Nadat ze hebben gejuicht, vallen de muren.

De bazuinen zijn “ramsbazuinen”, dat wil zeggen bazuinen van de horens van rammen. Met de ramshoorn wordt het jubeljaar aangekondigd. Het jubeljaar is het vijftigste jaar waarin slaven worden vrijgelaten en gebieden weer in het bezit van de oorspronkelijke eigenaar komen (Lv 25:8-13). Door het gebruik hiervan bij de verovering van Jericho zien we dat deze verovering niet zozeer een militaire aangelegenheid is, maar meer een godsdienstige. Dat zien we ook aan de priesters die hier een belangrijkere rol spelen dan soldaten.

We hebben soldaten nodig, maar eerst komt het op priesters aan. Dat zien we ook bij de zilveren trompetten: “En de zonen van Aäron, de priesters, moeten op die trompetten blazen. Het zal voor u tot een eeuwige verordening zijn, [al] uw generaties door. Wanneer u dan in uw land ten strijde trekt tegen de tegenstander die u benauwt, moet u met die trompetten een onderbroken klank laten horen. Dan zal aan u gedacht worden voor het aangezicht van de HEERE, uw God, en u zult van uw vijanden verlost worden” (Nm 10:8-9; vgl. 2Kr 13:12). Priesters verkeren in de tegenwoordigheid van God met hun offers. Als ze uit de tegenwoordigheid van God komen, vertegenwoordigen ze een koninklijk priesterschap tegenover de wereld om hen heen. Ze geven geestelijke leiding aan het volk.

Op de bazuin moet een duidelijk geluid worden gegeven, anders weten de hoorders niet wat ze moeten doen. “Immers, als [de] bazuin een onduidelijk geluid geeft, wie zal zich voor [de] oorlog gereedmaken?” (1Ko 14:8). Zij die een woord voor de gemeente hebben als profeten uit Gods tegenwoordigheid, moeten priesters zijn. Zij zijn in staat om ook in moeilijke omstandigheden het volk van God in de strijd te leiden. Het Woord van God maakt duidelijk wat ons ‘Jericho’ is en hoe wij te strijden hebben en wat ons geloof geeft en ons doet juichen als er voor het ongeloof nog niets te juichen is.

Aanwijzingen van Jozua

Jozua – hij is hier een type van de kracht en het inzicht van de Heilige Geest in de gelovige – is van het succes verzekerd en handelt daardoor zonder aarzelen. Voor de val van Jericho is geen menselijke verklaring te geven. Het kan alleen worden toegeschreven aan de kracht van God die door het geloof voor Zijn volk werkzaam is.

De eerste dag rondom Jericho

Onder het gaan ‘spreken’ alleen de bazuinen. Dit is het spreken van de priesters tot God en tot het volk. Het volk zelf mag geen woord zeggen en moet zwijgen (vgl. Ex 14:14). Er is geen eigen inbreng in deze strijd. Elke eigen inbreng is een bewijs van ongeloof en een loochening van het feit dat God de enig juiste strategie met het zekere resultaat van de overwinning heeft gegeven. Dat is ook de fout van Petrus als hij de Heer Jezus bestraft, nadat Deze over Zijn lijden en verwerping heeft gesproken als de weg van God (Mt 16:21-23).

Alle handelingen van de eerste dag worden weergegeven in dit ene woord: “Hij liet de ark van de HEERE rondom de stad gaan, eenmaal eromheen” (Jz 6:11a). Het gaat niet om het volk, maar om de ark. Al de kracht van het volk is alleen bij de ark te vinden. Zonder de ark, als een beeld van de Heer Jezus, is het volk totaal krachteloos en zou alles in een drama voor het volk eindigen.

De juiste uitvalsbasis voor het volk is Gilgal, waar ze ook weer naar terugkeren om te overnachten. Naar die plaats keren ze elke dag weer terug. Daar heeft de besnijdenis plaatsgevonden. Het telkens terugkeren naar die plaats wil zeggen dat ze zich na elke keer dat ze zijn uitgetrokken, steeds weer bewust moeten worden dat de overwinning niet het gevolg is van enige kracht in henzelf. Het betekent in ons geloofsleven dat we steeds weer waarmaken dat in ons, dat is in ons vlees, geen kracht is, maar dat alle kracht alleen van de Heer Jezus komt.

De tweede tot de zesde dag rondom Jericho

God zou na de eerste dag de muren al hebben kunnen doen vallen. Maar er wordt met nadruk een tweede dag vermeld waarop om de stad heen moet worden gelopen. En zoals ze de eerste twee dagen hebben gedaan, doen ze tot en met de zesde dag. Al die tijd lijkt het dat er geen enkele vooruitgang wordt geboekt. Alles blijft zoals het was. We kunnen ons voorstellen dat er in de harten van het volk en van de inwoners van Jericho wel veel overleggingen zullen zijn geweest.

De val van Jericho

Als ze op de laatste dag zeven keer om de stad heen zijn gegaan, geeft Jozua eerst een aantal bevelen met het oog op de inneming van Jericho. Dat doet hij in alle rust. Mogelijk kunnen de inwoners van Jericho horen wat hij zegt. Hij spreekt de taal van geloof, van de zekerheid van de komende overwinning, van het geloof in het optreden van God.

Er wordt niet met de stad onderhandeld over overgave. Het oordeel is vastbesloten. De tijd om gered te worden is voorbij. ‘Met de ban wijden’ betekent voor mensen de dood; voor dingen betekent het afzondering voor God. De metalen zilver, goud, koper en ijzer worden voor de HEERE geheiligd. Zo moeten wij leren dat alles voor God is, ook alles wat we in geloof overwinnen.

Als God de dingen van de wereld afzondert voor Zichzelf, kan Hij, als Hij dat wil, die voor Zichzelf gebruiken. Maar als de mens, de christen, zich daarmee verbindt, moet de Heer hem oordelen. God wil niet dat er enige gemeenschap is met iets wat de macht van de vijand van God vormt: de wereld en zijn kracht.

Het zilver en goud en de koperen en ijzeren voorwerpen worden niet vernietigd. Goud blijft goud en zilver blijft zilver hoewel ze in Jericho gevonden zijn. Het is in Jericho verkeerd gebruikt, maar is in zichzelf niet verkeerd. Met het goud en het zilver uit Egypte is de tabernakel gebouwd. Zo is alles wat in Jericho is voor de HEERE (Jz 6:19).

Mensen kunnen met elektriciteit veel goeds doen, maar ook veel dat kwaad is. Zo is het ook met het ons door God geschonken denken. Wat bedenken we? Wat bedenkt de mens? Is het met en voor God of zonder Hem? Ons denken moet aan God worden onderworpen, en als de Geest het kan gebruiken, zal wat eruit komt tot Gods eer zijn. De wereld gebruikt altijd alles helemaal verkeerd, namelijk alleen voor zichzelf, zonder enige gedachte aan God.

Op het geluid van het gejuich vallen de muren. De onzichtbare kracht van God wordt zichtbaar in het instorten van de muur. Er is een aantal natuurkundige verklaringen geopperd die de val van de muur zouden hebben kunnen veroorzaken. Een natuurkundige oorzaak hoeft het wonder niet ongedaan te maken, want het blijft dan een wonder dat het deel waarop het huis van Rachab staat, gespaard blijft. Maar het kan ook mogelijk zijn dat de ”de Bevelhebber van het leger van de HEERE” (Jz 5:14) Zijn onzichtbare engelenleger heeft uitgezonden om de stadsmuur in een oogwenk te slopen. “Zij zijn niet allen dienende geesten, die tot dienst uitgezonden worden ter wille van hen die [de] behoudenis zullen beërven?” (Hb 1:14). Het zijn allemaal slechts suggesties, want er wordt ons in de Schrift geen verklaring gegeven.

Het deel van de muur waarop het huis van Rachab staat, blijft gespaard. Rachab komt niet om met de ongelovigen omdat zij heeft geloofd (Hb 11:31). Alle mensen in Jericho worden gedood omdat zij zich niet in geloof bij Rachab hebben gevoegd. Het huis van Rachab is de enige zekere plaats om aan het oordeel over de stad te ontkomen (vgl. Hb 11:7). Ieder die gered wilde worden, moest het getuigenis van Rachab geloven.

Er is bij God geen onrechtvaardigheid. Ieder van de mensen van Jericho heeft, net als Rachab, de kans gehad om te geloven. God heeft vierhonderd jaar geduld gehad (Gn 15:13). Hij is niet onbarmhartig als Hij het oordeel brengt. Hij geeft een zee van tijd en een groot aantal gelegenheden om de behoudenis die Hij aanbiedt aan te grijpen.

Nadat Rachab en haar familie zijn gered, komen ze eerst op een plaats buiten het volk. Er moet eerst reiniging plaatsvinden. Daarna worden ze opgenomen in het volk. Rachab krijgt er zelfs een ereplaats, want ze wordt opgenomen in het geslachtsregister van de Heer Jezus (Mt 1:5). Zij maakt deel uit van een volk waarmee zij nu het land gaat innemen. Met vreugde heeft ze haar plaats in Gods volk ingenomen.

Copyright information for DutKingComments