Joshua 9:15-21

Vrede met de Gibeonieten

De Israëlieten nemen van hun brood. Door de ‘bewijzen’ zelf te beproeven komen ze tot de conclusie dat het verhaal van de Gibeonieten waar is. Hun zintuigen zijn de norm. Dat is de dwaling. Door van hun brood te nemen geven ze in geestelijk opzicht uitdrukking aan hun gemeenschap met hen. Nu kunnen ze niet meer terug. Waar menselijke zintuigen en waarnemingen de norm van beoordeling worden, heeft de vijand toegang gekregen. Dan wordt de HEERE niet geraadpleegd. Hij blijft buiten beeld. De opmerking van de Heilige Geest “zij vroegen niet om een uitspraak van de HEERE”, spreekt boekdelen.

Het niet vragen naar de wil van de HEERE, naar een uitspraak van Hem, brengt het volk tot een verbond en daarmee tot iets dat door een eerdere uitspraak van Hem verboden is. Als wij stappen doen zonder naar de wil van de Heer te hebben gevraagd en dus zonder van Hem een duidelijk antwoord te hebben gekregen, zullen de gevolgen van die stappen ons altijd achtervolgen. Jozua en de hoofden sluiten dit verbond. De meest verantwoordelijken gaan in de fout voorop. De satan is geslaagd in zijn list.

Jericho is door het geloof ingenomen. Na een aanvankelijke nederlaag bij Ai wordt ook die stad ingenomen als het volk de ban uit hun midden heeft weggedaan. Beide steden vallen in de handen van het volk omdat er is gehandeld in gehoorzaamheid aan wat de HEERE heeft gezegd. De derde stad, Gibeon, wordt niet veroverd omdat het volk niet naar de wil van de HEERE heeft gevraagd.

De list ontdekt

De list wordt openbaar als het volk Gibeon en andere steden wil verdelgen. Nu moeten ze de consequenties onder ogen zien. Ze moeten deze mannen sparen. Dat hebben ze tot hun schade gezworen: “Heeft hij gezworen tot [zijn] schade, [zijn eed] verandert hij evenwel niet” (Ps 15:4b). Een verkeerde daad mag niet nog erger worden gemaakt door niet de gevolgen te willen dragen. Later moet het huis van Saul gestraft worden omdat Saul de Gibeonieten heeft willen doden (2Sm 21:1-9).

We kunnen dit als volgt toepassen. Iemand kan door onze onzorgvuldigheid ten onrechte zijn toegelaten aan de tafel van de Heer. Zolang zo iemand niets doet wat door de Schrift als zonde wordt aangemerkt, moeten we hem dulden en ons buigen onder de tucht van de Heer vanwege onze ontrouw. Zo kan ook ingeval een gelovige met een ongelovige is getrouwd, dit huwelijk niet ongedaan gemaakt worden door een echtscheiding. Dat de gevolgen van de zonde niet altijd worden weggenomen, zien we in het leven van de ex-drugsverslaafde die zijn gezondheid heeft verwoest door zijn drugsgebruik. De gevolgen blijven bestaan. Toch zal de Heer de kracht geven die gevolgen te dragen als er oprechte erkenning van de zonde is. Zonde is handelen in eigenwilligheid, handelen zonder Hem eerst te raadplegen.

Houthakkers en waterputters

De Gibeonieten zijn als slaven in het huis van God, niet als zonen. Jozua vervloekt hen en veroordeelt hen tot het verrichten van het nederigste werk (vgl. Dt 29:11). Ze halen hout voor het altaar, maar zijn zelf geen offeraars. Ze halen water, maar niet om er zelf rein door te worden. Ze zijn een plaag voor het volk van God omdat het volk hun de toegang heeft gegeven tot de dienst aan God zonder God te vragen. Ze dienen, echter niet uit liefde, maar uit vrees.

De Israëlieten willen hen doden, maar Jozua redt hen (Jz 9:26). Het is beter om ons voor de Heer te buigen, dan het kwaad dat door onze schuld binnen is gekomen, tegen Gods wil in, uit te roeien. Soms wil Hij het laten bestaan, om ons er voortdurend aan te herinneren dat we kwaad alleen kunnen voorkomen als we Hem raadplegen voordat we iets doen.

Later wordt in de geschiedenis van de Gibeonieten te midden van Israël toch ook Gods genade zichtbaar. Jismaja, een van de helden van David, is een Gibeoniet (1Kr 12:4). Ook is er een Gibeoniet, Melatja, en nog andere mannen van Gibeon, die met het volk van God zijn teruggekeerd uit de gevangenschap in Babel en meehelpen de muur om Jeruzalem te herbouwen (Ne 3:7).

Copyright information for DutKingComments