Judges 1:12-13

Kaleb

Juda trekt verder op. Zijn volgende doel is “Hebron”. De betekenis van deze naam is ‘gemeenschap’. Deze stad is eerst in handen van de Kanaänieten geweest die de stad de naam “Kirjath-Arba” hebben gegeven. Kirjath-Arba betekent ‘stad van reuzen’. In werkelijkheid heeft niet de stam Juda, maar de enkeling Kaleb deze stad veroverd (Jz 15:14-15). Dat de inname van Hebron toch aan de hele stam wordt toegeschreven, betekent dat Kaleb het stempel van zijn persoonlijke trouw, kracht, volharding en geloof op de hele stam drukt. Het geloof van de enkeling wordt het geheel toegerekend.

Kaleb is niet bang voor de reuzen. Dat heeft hij al getoond wanneer hij als een van de twaalf verspieders terugkomt bij Mozes met zijn verslag van wat hij in het land heeft gezien (Nm 13:30; Nm 14:6-10; 24; 38). Tien verspieders zijn onder de indruk gekomen van de geweldig sterke muren van de steden en van de geweldige reuzen die er wonen. Daarvan kunnen ze het, volgens hen, nooit winnen. De taal van Kaleb is anders. De oorzaak daarvan is, dat hij de muren en de reuzen niet vergelijkt met zichzelf en zijn eigen kracht, maar met God. Wat betekenen nu dikke muren en reuzen voor de almachtige God?

Dit geloofsvertrouwen schittert tussen zoveel ongeloof en afwijking. Zo is het ook vandaag in de gemeente, waar te midden van algemeen verval persoonlijke trouw voorkomt. Die trouw wordt gevonden bij mannen en vrouwen die de moeilijkheden niet vergelijken met zichzelf, maar ze rustig in de hand van de Heer leggen en erop vertrouwen dat Hij boven de omstandigheden staat en daarin een weg van overwinning aanwijst. Persoonlijke trouw komt ook vandaag nog aan het geheel ten goede. Een ‘stad van reuzen’ wordt dan veranderd in een stad van ‘gemeenschap’. Waar het geloof de vijand verjaagt, komt er gemeenschap met God en Zijn volk voor in de plaats.

De verovering van “Kirjath-Sefer” sluit hierop aan. Kirjath-Sefer betekent ‘de stad van het boek’. Dit is de naam van de stad als zij in handen van de vijand is. Mogelijk is het een centrum van Kanaänitische geleerdheid. Wij zouden vandaag misschien van een ‘universiteitsstad’ spreken. De nieuwe naam die deze stad krijgt, is “Debir”, dat ‘(een levend) orakel’ of ‘spreken van God’ betekent.

Hieruit valt ook een les te leren. De Bijbel is voor ongelovigen, of mensen die zich wel voor christen uitgeven, maar geen leven uit God hebben, alleen maar een boek. Zodra iemand echter nieuw leven krijgt door bekering en wedergeboorte, wordt dit boek “het Woord van God” dat “levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard” is (Hb 4:12). Velen hebben ervan getuigd dat ze door het nieuwe leven de Bijbel anders zijn gaan zien en lezen. Wat eerst een dode letter leek, is gaan leven.

We zullen ‘de Bijbel’, het Woord van God, in het boek Richteren nog in heel wat beelden tegenkomen. Overwinningen over onze geestelijke vijanden worden slechts behaald als wij het Woord van God tot ons eigendom maken door ernaar te leven. Vooral voor oudsten of opzieners, van wie de richters ook een beeld zijn, geldt dat zij het Woord van God moeten kennen. Zij moeten geschikt zijn om te leren (1Tm 3:2).

Othniël

Er is nog een belangrijk aspect verbonden aan de houding en het optreden van Kaleb en dat is dat hij anderen aanzet tot eenzelfde gedrag. Door zijn voorbeeld maakt hij dat in anderen wakker. Zo werkt dat nog steeds. De trouw van de enkeling wekt anderen op om ook zo te handelen. De naam Kaleb betekent onder andere ‘van ganser harte’. Het komt altijd aan op een ongedeeld hart. Wie met zijn hele hart God dient en vertrouwt, behaalt geloofsoverwinningen. De vonk van dit geloofsenthousiasme springt vervolgens over op anderen, zoals hier bij “Othniël”.

De naam Othniël betekent ‘leeuw van God’ of ‘mijn kracht is God’. In hem zien we een voorbeeld van de heldhaftigheid van het geloof. De oorzaak daarvan ligt niet in zijn eigen kracht maar in de kracht van God. Daarop steunt hij. Wat Kaleb voorstelt, vindt bij hem aansluiting door het voorbeeld dat hij in Kaleb heeft gezien.

Een extra aansporing is de beloning die Kaleb in het vooruitzicht stelt. Hij belooft dat wie Kirjath-Sefer inneemt, “zijn dochter Achsa, tot vrouw” krijgt. Dat is bij Othniël niet tegen dovemans oren gezegd.

Copyright information for DutKingComments