Judges 10:6

Een nieuwe afwijking

Nadat Jaïr is gestorven, zetten de Israëlieten opnieuw de eerste stappen in de tredmolen van ‘doen wat slecht is – slavernij – roepen tot de HEERE’, waardoor eerder al zoveel onheil over hen is gekomen. Ze hebben er niets van geleerd. Brengen wij, die samen de christenheid vormen, het er beter af? De vraag stellen is haar beantwoorden.

Voor de zesde keer wordt gezegd dat Israël doet wat “slecht is in de ogen van de HEERE”. Nog niet eerder hebben we zoveel afgoden in Israël verenigd gezien. Er worden er zeven genoemd om de volledigheid aan te geven waarmee de Israëlieten zich eraan overgeven. Het land is er helemaal vol van. Er is plaats voor alle soorten valse goden, waardoor de ware God is verdreven. De levende God wordt ingeruild voor dode afgoden. De afgoden worden er niet bij genomen, maar ze komen in Gods plaats.

God laat hen nu aan zichzelf over, opdat ze het juk zullen voelen dat zij vrijwillig op zich hebben genomen door het dienen van de afgoden. Als het gevoel van Gods gezag over het leven verloren gaat en dat gezag aan andere dingen, afgoden, wordt gegeven, is God genoodzaakt het gezag van die andere dingen te laten voelen. Om de Israëlieten tot het besef te brengen waarmee ze bezig zijn en aan wie ze zich hebben toevertrouwd, geeft Hij hen over in de macht van de Filistijnen en Ammonieten.

De Ammonieten

We hebben al enige aandacht geschonken aan de betekenis van de Filistijnen. In de geschiedenis van Simson zullen we nog meer van hen horen. In de nu volgende geschiedenis zullen de Ammonieten het meest op de voorgrond komen. Zij bevinden zich aan de overzijde van de Jordaan en slaan vandaaruit toe. Zij steken de Jordaan over om ook in het land oorlog te voeren.

Ammon is een halfbroer van Moab. Ze zijn beiden verwekt door hun vader Lot bij zijn twee dochters (Gn 19:36-38). Via de lijn van Lot zijn zij familie van het volk Israël (Gn 12:5). Moab zijn we al tegengekomen in Richteren 3; daar is ook Ammon even genoemd. Hier komen de nakomelingen van Ammon naar voren als de vijanden die God gebruikt om Zijn volk te tuchtigen.

Zoals in Richteren 3 al is opgemerkt, betekent de naam Ammon ‘zelfstandig’. Ammon zal zich in het volgende hoofdstuk bewijzen als iemand die op geheel eigen wijze omgaat met de dingen van God en Zijn volk. Hij geeft zijn eigen, zelfstandige, op het eerste gezicht logische verklaring om zijn recht te laten gelden op het land dat Israël in bezit heeft genomen.

We kunnen in de Ammonieten dan ook een beeld zien van het verstand van de naamchristen die de dingen van God beredeneert en daarbij tot andere conclusies komt dan God in Zijn Woord zegt. In Ammon wordt het gevaar van het rationalisme getekend, de godsdienst die het verstand als uitgangspunt heeft. Als deze vijand de overhand krijgt over het volk van God (Ri 10:9), is het resultaat dat het volk beroofd wordt van lofprijzing (Juda), kracht (Benjamin) en vruchtbaarheid (Efraïm).

Copyright information for DutKingComments