Judges 5:9-11

3. Oproep om te getuigen

Ri 5:9 gaat door met het bemoedigende thema van Ri 5:2. Verdrukking en strijd hebben plaatsgemaakt voor overwinning. Debora maakt zich een met de mensen die zich beschikbaar hebben gesteld om Gods volk weer vrij te maken. Haar hart gaat naar hen uit. Sluiten wij ons ook aan bij gelovigen die een leven van toewijding aan de Heer leiden? Voelen we ons met hen verbonden, zijn wij blij met zulke gelovigen? Debora prijst de HEERE er opnieuw voor, want Hij heeft dit bewerkt. Laten we doorgaan met Hem groot te maken voor alles waarin we Zijn daden opmerken.

Ri 5:10 Reizigers kunnen weer zonder vrees voor gevaar op weg gaan. De dagelijkse bezigheden kunnen worden opgepakt. Dit zijn de mooie resultaten van de bevrijding uit de macht van de vijand. Maar Debora nodigt niet alleen hen uit die gestreden hebben. Nee, allen mogen de vruchten van de strijd plukken. Iedereen wordt opgeroepen te getuigen van wat God heeft gedaan ten gunste van Zijn volk en daarover na te denken.

Ri 5:11 Ze roept op om de rechtvaardige daden die ons in Richteren 4 worden meegedeeld met elkaar te delen. Ze noemt deze daden “de rechtvaardige daden van de HEERE, de rechtvaardige daden van Zijn leiders” (‘voor Zijn dorpen’ kan ook vertaald worden met ‘van Zijn leiders’). Heel mooi wordt hier het handelen van de HEERE gezien door het handelen van de leiders heen. Ze worden Zijn leiders genoemd. Met zulke mensen wil Hij zich graag een maken. Hun daden zijn Zijn daden.

Deze rechtvaardige daden vormen een onderwerp van gesprek bij de waterplaatsen. Daar komen de vrouwen water putten om allen die dorst hebben iets te drinken te kunnen geven. Water is hier een beeld van het Woord van God (Ef 5:26). Waterplaatsen stellen gelegenheden voor waar men bij elkaar komt om uit het Woord te putten. Dat zijn geen plaatsen waar gestreden wordt, maar waar ieder zijn geestelijke dorst kan lessen.

Die gelegenheden kunnen we vaak zelf maken. Een koffievisite of een verjaardag kan soms zo’n gelegenheid worden. Het gaat niet om diepgaande discussies, maar om onder de indruk te komen van de rechtvaardige daden die de Heer Zelf of door middel van Zijn dienaren heeft gedaan. Het samen delen in wat de Heer heeft gedaan, maakt blij en bemoedigt (Hd 15:3-4; 12).

Het gevolg ervan is dat het volk naar de poorten kan gaan omdat daar weer op een goede manier wordt rechtgesproken, in tegenstelling tot wat in Ri 5:8 staat vermeld. Samen spreken over het Woord van God is een van de belangrijkste voorwaarden voor een goed bestuur (de poort) in de plaatselijke gemeente.

Er staat dat “het volk van de HEERE” afdaalde naar zijn poorten. Dat lijkt erop te wijzen dat de relatie tussen de HEERE en Zijn volk weer is hersteld. Ze zijn wel steeds Zijn volk geweest, maar hebben zich niet zo gedragen. Nu zijn ze die naam weer waard. Het volk laat zien dat ze opnieuw met de HEERE zijn verbonden, doordat ze bereid zijn te luisteren naar de mensen die Hij in ‘de poorten’ heeft gegeven om Zijn wil bekend te maken. Een echte relatie met de Heer blijkt uit onze liefde tot Hem. Die liefde komt altijd tot uiting in het verlangen Zijn Woord te raadplegen en te doen wat Hij daarin zegt.

Copyright information for DutKingComments