Judges 6:13

Waar zijn al Gods wonderen?

Er ontstaat een gesprek tussen Gideon en de HEERE. Het is schitterend om te zien hoe de HEERE Gideon alle ruimte geeft om te zeggen hoe hij de dingen beleeft. De HEERE gaat telkens op de vragen van Gideon in en antwoordt hem op een manier, zoals alleen Hij dat kan.

De antwoorden zitten vol bemoediging voor ieder die van de Heer een bepaalde opdracht krijgt. We zullen zien dat hier veel geleerd kan worden over de vorming van de dienaar – zoals wij er hopelijk ook een willen zijn – die een werk voor de Heer mag gaan doen. Soortgelijke gesprekken komen vaker voor in de Bijbel, bijvoorbeeld tussen Mozes en de HEERE (Ex 3:11-22; Ex 4:1-12) en tussen Ananias en de Heer Jezus (Hd 9:10-19).

Als we weten dat God ons roept om iets voor Hem te doen, mogen we daarover met Hem praten. We mogen onze eventuele bezwaren indienen. God luistert naar ons en neemt onze tegenwerpingen serieus. Hij antwoordt. Er is één voorwaarde: God gaat met ons in gesprek zolang Hij bij ons de bereidheid ziet om te doen wat Hij van ons vraagt. Als onze bezwaren voortkomen uit ongeloof en onwil, is het over en uit met het gesprek (Ex 4:13-17).

Er is nog een prachtige karaktertrek bij Gideon te zien. God heeft gezegd: “De HEERE is met u, strijdbare held.” Wat zegt Gideon? “Als de HEERE met ons is.” Hij maakt zichzelf een met het hele volk. Al is Gideon persoonlijk trouw, hij claimt God niet voor zichzelf alleen. God is de God van het hele volk. Het welzijn van het hele volk gaat hem ter harte en niet alleen zijn eigen welzijn.

Dan komen de vragen. Gideon heeft gehoord van alles wat God ten gunste van Zijn volk heeft gedaan toen Hij hen uit Egypte voerde. Gideon gelooft dat. Hij twijfelt niet aan de geschiedenis van het volk en wat God met en voor hen heeft gedaan. Maar waar blijft God nu? Is Hij niet meer Dezelfde? Ja, Hij wel, maar het volk niet. De HEERE heeft hen verstoten, althans zo ervaart Gideon dat.

In Romeinen 11 komt die vraag ook naar voren: “Heeft God Zijn volk verstoten?” (Rm 11:1a). In het volgende vers komt het antwoord: “God heeft Zijn volk niet verstoten dat Hij tevoren heeft gekend” (Rm 11:2a). God heeft vanwege de ontrouw van het volk hen voor een tijd moeten prijsgeven aan hun vijanden, maar met het doel om hen naar Zichzelf terug te brengen. Zo zal God Zich ook in de toekomst over Zijn volk ontfermen, door de grote Bevrijder, de Messias van het volk, de Heer Jezus.

Ook hier, bij Midian, laat God zien dat Hij Zijn volk niet heeft verstoten. Hij maakt een bevrijder gereed voor zijn taak en dat is Gideon. Als we hem in dit vers horen spreken, zien we twee dingen die altijd samengaan bij iemand die door God wordt geroepen tot een taak te midden van Zijn volk. Die twee dingen zijn dat hij zich vereenzelvigt met Gods volk en dat hij het Woord van God gelooft zoals hem dat is overgeleverd door de vaderen.

Copyright information for DutKingComments