Lamentations 5:1

Inleiding

Ook dit hoofdstuk heeft tweeëntwintig verzen, maar er is geen alfabetische volgorde. Het is een soort aanhangsel en sluit de kring. Het is verbonden met Klaagliederen 1 en gaat, net als daar, over de toestand na de verwoesting. Het hoofdstuk begint met een gebed in Kl 5:1, dan volgt een gebed met daarin een lange klacht in de Kl 5:2-18, om te besluiten met een gebed in de Kl 5:19-22. De beste vrucht van de klacht die iemand heeft, is het gebed.

Roep tot de HEERE om te gedenken

De profeet is ook hier de stem van Jeruzalem, dat wil zeggen het gelovig overblijfsel (Kl 5:1). Hij smeekt de HEERE te denken aan wat er met hen, Zijn volk, is gebeurd, en naar hen om te zien in hun smaad. Het houdt het verzoek in om Zijn volk te hulp te komen. Het bevat ook de hoop dat Hij dat ook zal doen als Hij werkelijk het leed aanschouwt en ziet (vgl. Ex 2:24-25; Ex 3:7-8).

In de volgende verzen volgt een opsomming van de ellende waarin de stad zich bevindt. Jeremia geeft deze opsomming om de HEERE ertoe te bewegen handelend op te treden ten gunste van Zijn volk.

Copyright information for DutKingComments