Leviticus 1:10

Brandoffer uit het kleinvee

De Israëliet mag ook een kleiner dier dan een rund als brandoffer brengen: een mannelijk, gaaf dier van de schapen of van de geiten. Het spreekt van hetzelfde volmaakte werk van de Heer Jezus en is ook “tot een aangename geur voor de HEERE”. Wat echter niet volmaakt is, is ons begrip, ons besef van wat het brandoffer is. Daarin merken we onderscheid.

Een oudere gelovige die al veel met de Heer Jezus is bezig geweest en daardoor veel van Zijn heerlijkheid heeft gezien, kan meer over Hem aan de Vader vertellen – dat is: een groter brandoffer brengen – dan iemand die nog niet zo lang bekeerd is. Maar ze vertellen beiden aan de Vader over de Heer Jezus wat aangenaam is voor Hem.

In het rund, het grootste brandoffer, zien we de Heer Jezus Die volmaakt getrouw en volhardend Zijn dienstwerk verricht tot in de dood. Bij het schaap zien we prachtige eigenschappen: zachtmoedigheid en overgave, verdraagzaam ondergaan van mishandeling. We zien dat ook bij de Heer Jezus in de evangeliën. Het is indrukwekkend en de Vader hoort graag van ons hoezeer we daarvan onder de indruk zijn. Toch is dat meer passief, terwijl we in het rund meer de actieve wilskracht zien die in de Heer Jezus is om het werk volkomen te volbrengen tot eer van God. Wel zijn ze allebei voor God tot een aangename geur.

Bij de geit zien we een nog zwakker beeld. Een geit is het kenmerkende dier voor het zondoffer. Hierbij denken we niet zozeer aan een bepaalde eigenschap, zoals bij het rund en het schaap, maar aan iets negatiefs: het wegdoen van de zonden. Veel gelovigen die de Heer Jezus aanbidden en graag een brandoffer willen brengen, komen toch niet verder dan Hem te danken voor het feit dat Hij hun zonden heeft weggenomen door Zijn werk op het kruis.

Copyright information for DutKingComments