Leviticus 19:23-24

Eten van de vrucht van het land

Als het volk in het land is gekomen, is de vrucht van bomen die ze in het land planten, eerst onrein – ze hebben, zoals de Statenvertaling vertaalt, “de voorhuid”. Die vrucht wordt als het ware nog gevoed door grond die door de Kanaänieten is bewerkt. Drie jaar lang is het eten ervan voor Gods volk verboden omdat de vrucht nog te zeer verbonden is met de smet die het land aankleefde.

De vrucht in het vierde jaar mag gegeten worden, maar moet aan God worden aangeboden. Hij doet ook met betrekking tot de boomvruchten Zijn recht op de eerstelingen gelden, zoals ook bij dieren en kinderen. De erkenning van dit eerstgeboorterecht zal tot een grotere opbrengst voor het volk leiden.

Toepassing: alles wat uit de wereld voortkomt, is onrein. Wat niet afkomstig is uit God Zelf, is onrein. Daarom moeten wij de aardse dingen in verbinding met Gods Woord en het gebed brengen. Op die manier heiligen wij de dingen die wij van de wereld gebruiken (1Tm 4:4-5). Dan krijgt het ook een rijkere betekenis, is er een grotere opbrengst en is het meer tot eer van God.

Copyright information for DutKingComments