Leviticus 2:10

De priester en het graanoffer

Degene die met een graanoffer komt, geeft het aan de priester. De offeraar en de priester zijn beiden een beeld van de gelovige. De gelovige kan iets gezien hebben van de heerlijkheid van de Heer Jezus. Dat wil hij aan God vertellen, Hem aanbieden. Op het moment dat hij het aan God vertelt, is hij als priester bezig. Tot dat moment is hij een offeraar, dan is hij bezig met het offer zelf, met de ‘bestanddelen’ ervan. Bezig zijn met het offer is de voorbereiding op de dienst als priester.

Niemand anders dan de priester mag het offer brengen. Hij is door God aangewezen. “En iemand neemt niet voor zichzelf de eer, maar wordt door God geroepen, evenals ook Aäron” (Hb 5:4). Het is de aanmatiging van de rooms-katholieke kerk dat zij wel priesters aanstelt. Elke verandering die mensen aanbrengen in zaken die door God zijn geregeld en bepaald, brengt vloek met zich mee (vgl. Dn 7:25-26).

Copyright information for DutKingComments