Leviticus 2:13

Zout bij het graanoffer

In dit vers wordt het zout drie keer genoemd. Zout spreekt van duurzaamheid, het weert bederf. We lezen elders van een zoutverbond (2Kr 13:5). Dat is een verbond dat niet verwatert, maar dat de tijd doorstaat en niets van zijn kracht verliest. Dat geldt zeker voor Christus en Zijn offer. De Heer Jezus roept Zijn volgelingen ertoe op: “Hebt zout in uzelf” (Mk 9:50). Zij behoren het bederfwerende element in de wereld te zijn (Mt 5:13a).

Het zout als toevoeging aan elk graanoffer (“elke offergave”) wil zeggen dat het offer van de Heer Jezus eeuwig zijn waarde houdt. Het welbehagen en de aangename geur van het offer zijn niet van korte duur, voorbijgaand, maar van blijvende, eeuwige aard. Het is “het zout van het verbond met [beter: van] uw God”, dat wil zeggen dat al Gods toezeggingen bewaard blijven en dat Hij de verplichtingen die Hij vrijwillig op Zich heeft genomen, zal nakomen. Christus is daarvoor de garantie.

Copyright information for DutKingComments