Leviticus 5:4-5

Schuldig door ondoordacht spreken

Iemand zondigt en laadt schuld op zich als hij overhaast en overmoedig spreekt. Dit is falen in zelfbeheersing, er is geen controle over het vlees. Petrus beweert eerst bij hoog en laag in schromelijke zelfoverschatting dat, al komen al zijn medediscipelen over de Heer ten val, hij niet (Mt 26:33). Maar een poosje later zweert hij dat hij de Heer niet kent (Mt 26:69-75). Beide keren is hij de beheersing over zichzelf kwijt en handelt hij vleselijk.

We kunnen dit toepassen op goedbedoelde beloften, zoals tegen iemand zeggen dat we wel een keer op bezoek komen, maar we doen het niet. We doen een dergelijke belofte meer om de ander op het moment van de belofte te bemoedigen dat we hem niet vergeten, dan dat we werkelijk van plan zijn hem te bezoeken. Ook als we iemand hardop iets kwaads toewensen, bijvoorbeeld omdat hij ons onrecht heeft gedaan – waarbij we gelukkig in het algemeen niet tot de daad komen –, zijn dat woorden die “onbedachtzaam” zijn uitgesproken. Door die woorden zijn we schuldig. Als ons later op onze belofte wordt gewezen, zullen we moeten belijden dat we die woorden ondoordacht hebben uitgesproken.

Zondoffers naar draagkracht

Als we ons aan een van de hiervoor genoemde zonden hebben schuldig gemaakt, moet deze worden beleden zodra deze bekend is geworden. Belijden houdt in dat de zonde met naam wordt genoemd – hij “moet belijden waarin hij heeft gezondigd”. Ook moet een schuldoffer als zondoffer worden gebracht. Dat betekent voor ons – niet dat de Heer Jezus opnieuw moet sterven, maar – dat wij ons moeten realiseren dat Hij voor die zonde, die we zojuist hebben gedaan, heeft moeten sterven. Het moet ook goed tot ons doordringen dat God door die zonde is onteerd.

De grootte van het offer bepaalt de mate waarin we ons bewust zijn hoe erg God door de zonde is onteerd en hoe erg de Heer Jezus heeft moeten lijden. Een groter offer geeft een groter besef daarvan aan, een kleiner offer een kleiner besef. Los van de mate van besef is er op grond van het offer vergeving. Dat laat zien dat het uiteindelijk God is Die handelt naar de waarde die het offer voor Hem heeft. Het is maar gelukkig ook dat wij geen vergeving ontvangen op grond van ons inzicht in het werk van de Heer Jezus, maar door wat God daarin ziet. Dat wil overigens niet zeggen dat het niet uitmaakt in hoeverre wij doordringen in de betekenis van het kruis.

Iemand die met twee vogels komt (Lv 5:7-10), brengt een gering offer. Het brandoffer, waartoe de tweede vogel bereid moet worden, dient als vervanging van het vet van de grotere zondoffers. Het zondoffer is iets afschuwelijks voor God, maar het vet is dat niet. Nu zit er aan een vogel geen vet. Daarom is de tweede vogel als brandoffer bestemd. Hoe afschuwelijk het zondoffer ook is, toch is er ook iets in aanwezig waardoor God wordt verheerlijkt. God wil graag van ons horen dat Hij Die voor onze zonden heeft willen sterven, toch ook Degene is Die Hem heeft verheerlijkt en in Wiens werk Hij volkomen genoegdoening heeft gevonden.

Iemand kan zo arm zijn, dat hij slechts een handvol meelbloem als zondoffer brengt (Lv 5:11-13). Het is uitzonderlijk dat een niet-bloedig offer tot verzoening dient. Dit spreekt van iemand die bijzonder weinig besef heeft van het werk van de Heer Jezus. Het is iemand die nauwelijks besef heeft dat bloed moest vloeien tot vergeving van zonden. Het enige wat zo iemand ziet, is dat de Heer Jezus een volmaakt Mens is, Die de zonde die hij heeft gedaan, niet heeft gedaan. Hij beseft dat er alleen door Hem redding is, zonder dat hij zich bewust is dat de dood noodzakelijk is als oordeel van God over zijn zonde.

Dit offer van meelbloem doet denken aan het graanoffer, maar het is het niet. De olie en de wierook mogen er niet aan toegevoegd worden. Het is een zondoffer en dat is niet aangenaam voor God.

Deze regeling voor de allerarmsten onder Gods volk is ook een bewijs dat God niet vergeeft naar ons inzicht in het werk van de Heer Jezus, maar naar Zijn waardering ervan. Voor God is het belangrijk dat Hij de oprechtheid van de belijdenis ziet, dat iemand zijn daad werkelijk als zonde voor Hem erkent.

Copyright information for DutKingComments