Leviticus 7:31-34

Het deel van de priester

Van het dankoffer worden het bloed en het vet op het altaar gebracht en zo aan God geofferd. De borst en de rechterachterbout van dit offer zijn voor de priester. De rest van het offer is voor de offeraar en allen met wie hij feest wil vieren en die rein zijn.

Ieder die met een dankoffer komt, moet dat “eigenhandig” brengen. Het offeren van het dankoffer kunnen we niet aan anderen overlaten. In de samenkomst geldt dat voor iedere broeder en iedere zuster. God wil van ieder persoonlijk ontvangen wat er in het hart aanwezig is. De broeders mogen daaraan hardop uiting geven (1Ko 14:34).

De borst is de plaats waar het hart zit. De borst spreekt van de liefde van de Heer Jezus. Daarmee houdt een priester zich in het bijzonder bezig. De priester krijgt ook de rechterachterbout, die spreekt van de kracht en volharding die we zien in de weg die de Heer Jezus is gegaan. Liefde en kracht zien we ook in Hooglied 8 (Hl 8:6). Het zijn de liefde en kracht van het werk van de Heer Jezus waardoor de gemeenschap tot stand is gekomen.

Copyright information for DutKingComments