Luke 11:15

Een demon uit een stomme gedreven

In het nu volgende gedeelte zien we een grote tegenstelling met het vorige gedeelte. Daar hebben we de middelen voor de gelovige om tot eer van God te leven. Dat gedeelte eindigt met de gave van de Heilige Geest. In het gedeelte dat nu volgt, zien we de macht van de satan. We zien ook de macht van de Heer om demonen uit te drijven en we zien opnieuw het belang van Gods Woord (Lk 11:28).

We zien hier en ook op andere plaatsen in dit evangelie het verband tussen de satan en de mensen, maar we zien ook het voorrecht van de gelovige in wie de Heilige Geest woont. Voor de nieuwe mens, voor hem die uit God is geboren, is de Geest van God de kracht voor de gemeenschap. Daartegenover vult de satan graag de oude natuur van de mens met de kracht van een boze geest.

De Heer laat de verbinding zien tussen de boze geest en ziekte, zwakheid, of andere kwalen van lichaam of geest, zoals we hier zien bij de stomme. Het is duidelijk dat het gemis aan spraak geen gevolg is van lichamelijke zwakheid, maar veroorzaakt wordt door de boze geest die in de man woont. Zodra de boze geest hem verlaten heeft, kan de stomme spreken.

Met het uitdrijven van de demon geeft de Heer een voorbeeld van wat kenmerkend is voor de toekomstige eeuw. De krachten die Hij doet, zijn evenals de krachten die anderen later in Zijn Naam doen, “[de] krachten van [de] komende eeuw” (Hb 6:5), dat is het duizendjarig vrederijk. Het duizendjarig vrederijk betekent de totale nederlaag van de satan, tot heerlijkheid van God. De genezingen die de Heer verricht en het uitwerpen van boze geesten, zijn een gedeeltelijk bewijs van wat in die dag openbaar en wereldwijd zal plaatsvinden.

De Heer geneest iemand die stom is. Stomheid is onder alle kwalen die een mens kan hebben een bijzonder meelijwekkende. Het vermogen om te spreken is van alle schepselen alleen aan de mens gegeven. Stomheid berooft hem van wat het betekent om mens te zijn. Iemand die stom is, zit opgesloten in zijn eigen geest en lichaam.

De stomheid van deze man is een beeld van de onmogelijkheid van de mens om met God te communiceren. Mensen spreken niet met God omdat ze niet in Hem geloven, gevangen als ze zijn door de zonde. Het is de satan erom te doen de mens in zijn stomheid gevangen te houden. Het laatste wat hij wil, is dat de mens zich zal uiten naar God toe. De Heer kan dit stilzwijgen doorbreken. Als Hij hem heeft genezen, kan de stomme spreken. Hij kan gaan bidden, zoeken en kloppen. Hij kan een Godlover worden.

Deze openbaring van de macht van de Heer die Hij in de kracht van de Heilige Geest uitoefent, wordt door sommigen lasterlijk toegeschreven aan de satan zelf, want die is Beëlzebul, de overste van de demonen. Het toeschrijven aan de satan van wat een onloochenbaar bewijs is dat God aan het werk is, kan alleen opzettelijk gebeuren. Hier is geen sprake van onkunde, maar van kwade opzet. De diepe verdorvenheid van de mens en zijn haat tegen Christus komen hier openbaar. Het is de tegenspraak van de zondaars tegen Hem die Hij voortdurend verdroeg (Hb 12:3).

Anderen gaan niet zo ver, maar verlangen toch van Hem een teken uit de hemel, met een overigens even verdorven reden, namelijk om Hem te verzoeken. De satan leidt niet allen op dezelfde manier, maar hij past zijn werkwijze aan het vlees van ieder persoonlijk aan. Sommige mensen zijn heftig in hun ongeloof, terwijl anderen meer godsdienstig zijn. Een teken uit de hemel verlangen, terwijl hét Teken uit de hemel voor hen staat, is blinde onwil om te geloven.

Copyright information for DutKingComments