Luke 14:1

Genezing van een waterzuchtige

Hoewel de Heer zojuist over Zijn verwerping door Jeruzalem heeft gesproken, gaat Hij door met het tonen van genade en barmhartigheid. Hij is weer het huis van een farizeeër binnengegaan om er brood te eten (Lk 7:36; Lk 11:37). Dit keer doet Hij dat op een sabbat. Hij is omgeven door mensen die nauwlettend op Hem toezien of Hij iets doet wat met hun wetten in strijd is. De farizeeën willen hun sabbatsgebod gebruiken om daarmee Zijn barmhartige handen te binden. Hij verbreekt hun touwen door aan te tonen dat Hij met een mens in elk geval evenveel medelijden heeft als zij met hun dier.

Zijn genade gaat hun wettische oordelen ver te boven. Dat bewijst Hij in Zijn handelen met de waterzuchtige mens die daar ook aanwezig is. Zij hebben het gevoel dat Hij weer iets zal doen, want ze weten dat Hij overal waar leed en ziekte zijn, met Zijn genade aan het werk gaat. Mogelijk hebben ze met opzet deze waterzuchtige mens voor Hem neergezet. Door hem daar te plaatsen geven ze hem onopzettelijk de plaats waar hij genezing kan vinden.

Een waterzuchtig mens is iemand die water vasthoudt en daardoor opgeblazen is, er bol uitziet. Hierdoor kan hij niet door de nauwe deur naar binnen. Het is een symbool van de waterzucht van Israël. Water is een beeld van het Woord van God. Als toepassing is in deze man iemand te zien die opgeblazen is door de kennis van Gods Woord (1Ko 8:1). Hij is de lichamelijke uiting van de geestelijke toestand van de farizeeën. Er is echter een groot verschil. Deze man staat voor de Heer Jezus en wil gezond worden, terwijl de farizeeën menen dat zij gezond zijn en daarom vijanden van de Heer zijn.

De Heer weet dat zij op Hem letten. Hij kent hun kwade gedachten. Zijn vraag of het geoorloofd is op de sabbat te genezen of niet, is een antwoord op hun kwade gedachten. Met Zijn vraag richt Hij Zich tot hun geweten. De kwade, genadeloze leidslieden geven geen antwoord. De Heer geeft een eerste antwoord door Zijn daad van barmhartigheid. Hij handelt krachtdadig. Hij grijpt de man vast. Dat is ook de enige oplossing in dergelijke situaties. Zo greep Hij ook de farizeeër Saulus krachtig vast en wierp Hem op de grond (Hd 9:3-4). Hij maakt de man gezond en laat hem gaan. Deze man is genezen en gaat in vrijheid heen.

Voor de farizeeën heeft de Heer nog meer onderwijs. Hij gaat door met Zijn antwoord door hun een nieuwe vraag te stellen. Dit antwoord in de vorm van een vraag verschilt een beetje van het antwoord aan de overste van de synagoge in het vorige hoofdstuk (Lk 13:15). Daar gaat het er meer om dat een dier op tijd verzorgd moet worden, terwijl het hier om een dringender geval gaat. Het is niet alleen een dier dat drinken nodig heeft en naar de put geleid moet worden, maar het dier is in de put gevallen.

In de vergelijking stelt de Heer de genezing van de waterzuchtige gelijk aan een zoon of een os die in een situatie is terechtgekomen dat hij dreigt om te komen. Door de waterzuchtige te genezen kan deze weer als een zoon en een os gaan functioneren. Een zoon is tot welbehagen van de Vader (Ef 1:5) en een os is een beeld van een dienaar (1Ko 9:8-10).

Ook op dit antwoord hebben ze geen antwoord. De genade en waarheid van God zijn onweerlegbaar goed.

Copyright information for DutKingComments