Luke 14:11

Onderwijs voor genodigden

In Lk 14:1 staat dat zij op Hem letten, maar de werkelijkheid is andersom (Lk 14:7). Hij let op hen en merkt hoe het de genodigden om de eerste plaatsen gaat. Zulke mensen, die geen besef hebben van de nood waarin ze zelf verkeren, willen niet alleen Hem beletten om goed te doen aan anderen, maar streven er ook steeds naar om zichzelf te verhogen.

Het is voor de Heer aanleiding om door te gaan met onderwijs geven. Hij gaat daarmee door tot Lukas 17 waar Hij in de genezing van tien melaatse mannen weer een werk van genade doet (Lk 17:11-19). Met Zijn onderwijs wil Hij hun geweten in het licht plaatsen met het doel dat zij zichzelf leren zien in Gods licht en tot bekering zullen komen. Het is ook voor ons belangrijk onderwijs, omdat de neiging van alles waar Hij op wijst, ook in ons aanwezig is. Als wij Zijn onderwijs niet ter harte nemen, zullen we in hetzelfde kwaad vallen. Voor ons bevat Zijn onderwijs veel waarschuwingen. Als we om ons heen kijken, zien we gebeuren wat Hij opmerkt, maar vaak zijn we niet in staat ertegen te getuigen omdat we zo vaak hetzelfde in onszelf opmerken.

De Heer geeft Zijn onderwijs door middel van een gelijkenis. Hij stelt het zo voor, dat er een uitnodiging voor een bruiloft komt. Voor een bruiloft zijn bepaalde plaatsen gereserveerd voor belangrijke gasten. De hoogmoed van de mens begeert een plaats die voor anderen zijn belangrijkheid duidelijk laat zien. Als we gaan zitten op een plaats die ons niet toekomt, zal dat tot gevolg hebben dat we daarvan worden weggehaald, omdat een belangrijker iemand gekomen is die deze plaats al heeft toegewezen gekregen.

We kunnen binnengegaan zijn door de nauwe deur, maar toch weer grootse gedachten over onszelf krijgen. De oude natuur is ook mee naar binnen gegaan, maar die moeten we houden op de plaats van de dood (Rm 6:11), dat wil zeggen dat we daaraan niet moeten toegeven. Als we daar wel aan toegeven, zullen we op onze plaats gewezen worden door degene die de uitnodiging heeft verstuurd, want hij heeft ook de plaatsen toegewezen. Hij weet waar iedereen hoort te zitten.

Als we een plaats op de voorste rij hebben ingenomen, die voor een ander is bestemd, zullen we daar weer moeten weggaan als die ander komt. We zullen dan met het schaamrood op de kaken de laatste plaats gaan innemen, het verst verwijderd van het middelpunt van het feest. Daarom is het beter om, als we uitgenodigd zijn, de nederigste plaats in te nemen. Als dan tegen ons wordt gezegd: “Vriend, kom hoger op”, is dat een eerbetoon dat door allen wordt opgemerkt. Het valt ons ten deel zonder dat we het hebben gezocht (Sp 25:5-6).

De sympathie van de Heer gaat uit naar hen die de laagste plaats innemen, de plaats van dienen. Het is vereenzelviging met de plaats die Hijzelf altijd heeft ingenomen. Ook alle andere genodigden hebben respect voor iemand die de laagste plaats heeft ingenomen en door de Heer als vriend wordt aangesproken en tot een hogere plaats wordt genodigd.

De Heer sluit de gelijkenis af met een belangrijk beginsel. Het zoeken van zichzelf zal onvermijdelijk tot een diepe val leiden. Wie de laagste plaats inneemt, zal uiteindelijk de hoogste plaats mogen innemen. De Heer Jezus heeft Zichzelf vernederd en is verhoogd aan Gods rechterhand (Fp 2:8-9). Dat zal met iedereen gebeuren die Hem volgt in die gezindheid van nederigheid (Jk 4:10; Jb 5:11; Jh 12:26). Met de satan en zijn volgelingen zal het eerste gebeuren. Zij hebben zichzelf verhoogd en zullen worden vernederd.

Copyright information for DutKingComments