Luke 2:7

De geboorte van de Heer Jezus

De Heer Jezus heeft in de moederschoot van Maria de ontwikkeling doorgemaakt die ieder mens doormaakt. Negen maanden lang heeft dit proces geduurd. Dan breekt de dag aan dat de Heiland geboren kan worden. De geboorte van Christus, Zijn komst in de wereld, is voor het geloof een gebeurtenis van ongekende betekenis. God is Mens geworden en neemt daardoor deel aan Zijn schepping. De Schepper bezoekt Zijn schepping op een wijze die alleen door God kon worden bedacht en uitgevoerd. De Zoon van God vernedert Zich en wordt Mens (Fp 2:7-8).

Hoe geheel anders is de Heer dan bijvoorbeeld een Theudas die van zichzelf zei “dat hij iemand [van betekenis] was” (Hd 5:36). Christus neemt niet de gestalte van een engel aan en bezoekt in die gedaante de mensen, zoals Hij eerder vaker heeft gedaan. Hij komt ook niet als volwassen Man, zoals Adam. Hij komt ook niet met een engelenmacht om machtigen van de troon te stoten en er rechtmatig plaats op te nemen. Nee, Hij wordt als hulpeloze Baby geboren. Is er iets zwakker dan een pasgeboren baby? Zo komt de Heer en neemt als Kind deel aan al de zwakheden en toestanden van het menselijk leven.

En waar wordt Hij geboren? Niet in een paleis, maar in een stal. Als gevolg van de inschrijving is de herberg vol. De rijken hebben zich daar van een plaats verzekerd, zodat Christus in een stal wordt geboren. Niemand wenst plaats te maken voor de hoogzwangere Maria die de Heiland in haar schoot draagt. Niemand slaat acht op haar en het Kind in haar schoot. Alles spreekt van armoede en onbekendheid. Het is ook een getuigenis dat er in de wereld geen plaats is voor God, noch voor wat van God is. Zoveel volmaakter komt hierin de liefde tot uiting die Hem naar de aarde brengt.

Het woord “herberg” dat hier wordt gebruikt, betekent ‘gastverblijf’, een eenvoudige ruimte met in het midden plaats voor het vee. Dit woord komt nog een keer voor. De Heer Jezus gebruikt hetzelfde woord ‘gastverblijf’ als Hij aanduidt waar Hij met Zijn discipelen het Pascha wil eten (Mk 14:14). Hij noemt het daar ”Mijn gastverblijf”. In de herberg van deze wereld is voor Hem en ook voor de gelovigen geen plaats. Maar er is een herberg waar gelovigen welkom zijn, een bovenzaal, waar Hij de Zijnen uitnodigt om bij Hem te zijn. Dat is Zijn eigen herberg.

Copyright information for DutKingComments