Luke 21:1-4

Het offer van de weduwe

Als de Heer opkijkt, ziet Hij dat mensen hun gaven in de schatkist werpen. Hij kent iedere gever van elke gave en weet of ze rijk zijn of arm. Hij weet ook hoeveel zij geven, en ook hoe zij geven, vanuit welke gezindheid. Hij neemt waar en merkt op dat een arme weduwe twee koperstukjes in de schatkist werpt. Misschien is het een van die weduwen over wie Hij zojuist, aan het einde van het vorige hoofdstuk, heeft gesproken, een weduwe van wie het huis wordt opgegeten. In plaats van daarover te klagen brengt zij haar laatste geld naar de schatkist als een gift aan God, tot onderhoud van de tempel (vgl. 2Kn 12:9), Gods huis.

Is het geen nutteloze gave, daar de tempel toch verwoest zal worden, zoals we in de volgende verzen zien? Nee, want zij geeft niet aan een tempel die op het punt staat verwoest te worden, maar aan God, en Hij waardeert elke gave die uit een volkomen toegewijd hart komt.

Een gave mag wat het bedrag betreft gering of zelfs te verwaarlozen zijn, de werkelijke waarde ligt in het motief van het geven. Dat mag ook voor ons een grote troost zijn. De Heer prijst de arme weduwe vanwege haar gave. Naar Zijn waardering heeft zij er meer ingeworpen dan alle rijken samen. Hij weet dat alle rijken er ingeworpen hebben vanuit hun overvloed en dat hun overvloed door hun gave niet is afgenomen. Hij weet ook dat de arme weduwe van haar gebrek niet iets heeft afgezonderd, maar alles heeft gegeven wat zij had.

Ze heeft niets meer voor zichzelf overgehouden. Ze heeft zelfs, naar de woorden van de Heer, “al haar levensonderhoud” gegeven, dat wil zeggen dat ze zichzelf heeft gegeven. Dit betekent dat ze heeft gegeven in het volle vertrouwen dat God voor haar zal zorgen (Jr 49:11). Dat is geven naar het hart van God. Ware discipelen geven zoals deze weduwe.

Lukas schrijft meer over weduwen dan de andere evangelisten (Lk 2:36-38; Lk 4:26; Lk 7:11-17; Lk 18:1-8; Lk 21:1-4). Hij stelt de Heer Jezus voor als een Mens Die in armoede is geboren, heeft geleefd en is gestorven. De aandacht van de Heer gaat in bijzondere mate naar deze vrouwen uit. Dat moet ook bij ons zo zijn. Het is zelfs een belangrijke uiting van ware godsdienst (Jk 1:27).

Copyright information for DutKingComments