Luke 8:41

Jaïrus smeekt de Heer voor zijn dochter

Als de Heer terugkeert, wacht Hem een hartelijke ontvangst. Allen zien naar Hem uit. Zo zal de Heer in de toekomst door Zijn volk in waarheid worden ontvangen. Nu is het nog vanwege Zijn weldaden en niet vanwege de nood van hun zonden, maar de houding is prachtig. Zien wij ook naar Hem uit? Hij kan elk ogenblik komen, want Hij heeft gezegd: ‘Ik kom spoedig.’

Uit de menigte maakt zich een man los. Het is Jaïrus, een overste van de synagoge. Als overste van de synagoge is Jaïrus een vooraanstaande en voorname Jood die nauw verbonden is aan de wet. Hij is geen tegenstander van de Heer. Integendeel, in zijn nood doet hij een beroep op Hem, terwijl hij aan Zijn voeten valt.

Iedereen ziet die houding, maar hij schaamt zich daar niet voor. Hij smeekt de Heer in zijn huis te komen. Dit is de manier waarop een Jood genezing verwacht. Hij verwacht dat de Messias komt naar de plaats waar hij woont. Bij de heidense hoofdman hebben we een geloof gezien dat groter is, want hij geloofde in de kracht van het woord van de Heer (Lk 7:7).

De nood van Jaïrus betreft zijn enige dochter. Ze is twaalf jaar en ligt op sterven. Ze is opgevoed in de sfeer van de wet, maar dat heeft niet kunnen voorkomen dat ze nu op sterven ligt. Het beroep dat Jaïrus op de Heer doet, is niet tevergeefs. Omringd door de menigte begeeft Hij Zich op weg naar het huis van Jaïrus. De toestand van het meisje geeft de toestand van het volk weer. Het volk ligt op sterven en de Heer is gekomen om het volk gezond te maken.

Copyright information for DutKingComments