Malachi 2:8

Afgeweken en verachtelijk gemaakt

Het woord “echter” geeft aan dat er nu een tegenstelling met het voorgaande komt (Ml 2:8). Hoever zijn de priesters in de dagen van Maleachi afgeweken van het voorbeeld van hun voorvaders. Terwijl zij het volk het goede moeten voorhouden, zodat ze de goede weg, de weg van het leven, gaan, voeren zij het volk op een verkeerde weg, de weg van de dood. Zij zijn het tegenovergestelde van de trouwe Levieten die velen van hun ongerechtigheid hebben bekeerd (Ml 2:6), want zij hebben velen van het volk door hun onderwijs in de wet doen struikelen. Zij kennen de wet, maar leven er zelf niet naar.

Hun verkeerde voorbeeld vindt navolging bij velen van het volk die ook geen verlangen hebben naar de HEERE, Die het centrum van Gods wet is. Altijd moet het bezig zijn met Gods Woord gebeuren vanuit een levende relatie met Hem. Als die relatie er niet is, is afwijking het gevolg. Daardoor hebben ze het verbond met Levi tenietgedaan (vgl. Ne 13:29).

De toepassing naar vandaag is niet moeilijk te maken. Er zijn voorgangers in alle delen van de christenheid die zijn afgeweken van het duidelijke onderwijs van de Bijbel. Zulke mensen leren niet wat God in Zijn Woord zegt, maar spreken wat mensen graag horen. Preken in kerkdiensten worden sociale en politieke praatjes. Het geweten wordt niet aangesproken. Als er over gerechtigheid wordt gesproken, gaat het niet over Gods gerechtigheid en zonde, maar over een rechtvaardige verdeling van de welvaart.

Met Gods rechten wordt helemaal geen rekening meer gehouden. Er is geen vrees voor Hem meer. Zo wordt het kerkvolk weggevoerd van God en struikelen velen om, als God het niet verhoedt, in de hel terecht te komen. Hoe groot is de verantwoordelijkheid van ieder die met Gods Woord in de hand anderen vertelt waar het in het leven echt om gaat.

Vanwege hun tenietdoen van het verbond met Levi heeft God hen verachtelijk gemaakt (Ml 2:9). Hij heeft hun aanzien onder het volk weggenomen en hen onbeduidend gemaakt. Mensen die populair willen zijn en Gods Woord aanpassen aan de smaak van de mensen, zullen het respect verliezen dat ze menen te krijgen. God wijst erop dat zij Zijn wegen niet in acht nemen. Ze wandelen niet op de weg die Hij in Zijn Woord aangeeft.

Dat blijkt uit hun gedrag. Ze gedragen zich totaal anders dan God en geven zo een volledig verkeerd beeld van Hem. God noemt het voorbeeld dat zij bij hun onderwijs in de wet de persoon aanzien. Bij beslissingen in rechtszaken kijken ze naar het voordeel dat zij uit een zaak kunnen halen. Zoiets ontbreekt bij God volledig. Bij Hem is geen aanzien des persoons (Rm 2:11; Ef 6:9; 1Pt 1:17). Hij heeft dat ook in de wet verboden (Lv 19:15; Dt 1:17). Bij ons mag partijdigheid ook geen enkele rol spelen (1Tm 5:21).

Copyright information for DutKingComments