Mark 2:1

Een verlamde bij de Heer gebracht

De geschiedenis van de verlamde hoort bij die van de melaatse in het vorige hoofdstuk. Beide toestanden, die van melaatsheid en die van verlamdheid, tekenen de mens in zijn zondige toestand, waardoor hij ongeschikt is om te dienen. De melaatsheid stelt de uitgebroken zonde voor en in de verlamde zien we krachteloosheid, die het gevolg is van de zonde (vgl. Rm 5:6; 8). Beide kwalen maken het onmogelijk om in Gods tegenwoordigheid te komen. Toch komt zowel de melaatse als de verlamde bij de Heer en Hij zorgt ervoor dat zij bevrijd worden uit hun situatie en Hem kunnen dienen.

De dienst van de Heer brengt Hem opnieuw in Kapernaüm. In Zijn genade zoekt Hij de mens vaker op dan slechts één keer (vgl. Jb 33:14), maar Hij doet dat als het ware onopgemerkt. Hij heeft Zich in huis teruggetrokken en mijdt nog steeds de openbaarheid. Het wordt echter bekend dat Hij in huis is. Zijn dienst is al zo bekend, dat velen zich in het huis verzamelen. Het huis is tot de deur gevuld met mensen. Er kan niemand meer bij. En Christus dient met het Woord. Hij heeft de behoudenis van ieder van hen op het oog. Daarom brengt Hij hun Gods Woord.

Dan wordt er een verlamde bij Hem gebracht. Deze was niet in staat zelf bij de Heer te komen, maar hij heeft vrienden die hem bij Hem brengen. Zij dragen hem, zij hebben hem als een last bij zich die ze bij Hem willen brengen. Dat is wat wij ook mogen doen met anderen die ons als een last op het hart liggen.

Als de vrienden hun verlamde vriend bij de Heer willen brengen, worden ze daarin verhinderd. Er is een menigte die hun de weg verspert. De menigten zijn vaak een hindernis om bij Christus te komen. Nu zou Hij ruimte hebben kunnen maken, zodat ze bij Hem konden komen. Maar dat doet Hij niet omdat moet blijken of zij geloof hebben. Als er geloof is, vindt dat ook een uitweg.

God neemt hindernissen niet altijd weg, maar geeft een weg om die te overwinnen. Alleen moet er dan wel geloof zijn. Hindernissen maken duidelijk of er geloof is. Dat zien we bij de mannen. Ze laten zich niet ontmoedigen, maar gaan het dak op. Ze breken het open precies boven de plaats “waar Hij was”. Door het gat laten zij het rustbed met hun vriend naar beneden zakken, zodat hij vlak voor Hem ligt.

Het eerste wat de Heer ziet, is het geloof van de vrienden. Dat brengt Hem tot handelen. Hij ziet een geloof dat alle moeilijkheden overwint en volhardt. Deze volharding van het geloof wordt gevoed door het gevoel van de nood en door de zekerheid dat hulp en kracht te vinden zijn bij Hem Die boven alle moeilijkheden staat.

Copyright information for DutKingComments