Mark 5:20

Bevrijd en uitgezonden

Als we lezen van de mensen van dat gebied dat “zij kwamen tot Jezus”, lijkt dat een prachtige daad. Helaas komen ze niet om Hem te eren. Als ze bij Hem komen, zien ze de man die ze zo vaak hebben willen boeien en bedwingen, in volkomen rust bij Hem zitten. Hij is niet langer naakt en angstaanjagend, maar gekleed en goed bij zijn verstand. Hij is uiterlijk en innerlijk veranderd. Hij is als het ware bekleed met “de klederen van het heil” (Js 61:10) en hij kent de Zoon van God met zijn verstand (1Jh 5:20). Dit is de man die het legioen demonen heeft gehad.

In plaats van de genade van de Heer te roemen voor deze bevrijding worden de mensen van dat gebied bang. Ze worden bevreesd voor Hem Die in staat is de gevangenschap van de duivel te verbreken (1Jh 3:8). Ze zijn meer bevreesd voor Christus en Zijn genade, dan voor de duivel en zijn werken!

Als ze dat hebben gezien, gaan ze opnieuw getuigen van wat ze hebben gezien. Opnieuw doen ze hun verhaal over deze wonderlijke bevrijding. Ze vertellen ook over de varkens. De uitwerking van het verhaal van de getuigen is niet dat de mensen Christus erkennen als Bevrijder. Hij is voor hen iemand die hun broodwinning tenietgedaan heeft. Zo iemand zijn ze liever kwijt dan rijk. Helaas, ze beschouwen de demonen en de zwijnen als prettiger gezelschap dan de Zoon van God. Dit is een nieuw werk van de satan in de harten van de mensen. De Heer gaat weg. Hij dringt Zichzelf niet op.

De genezen man voelt zich niet alleen op zijn gemak bij de Heer Jezus (Mk 5:16), maar ook gaat al zijn liefde naar Hem uit. Hij verlangt ernaar Hem te volgen, waar Hij ook heen gaat. Hoe begrijpelijk en goed het verlangen van de man ook is, de Heer staat hem niet toe bij Hem te blijven. Dat is omdat Hij een andere opdracht voor hem heeft. Hij wil dat de man naar zijn familie gaat om daar te getuigen van zijn bevrijding waardoor hij weer normaal kan functioneren.

De Heer Jezus wil ook dat de man zal vertellen van de weldaad dat Hij Zich over hem heeft erbarmd. Hij verricht niet slechts daden van macht, maar toont daarin ook Zijn ontferming. Hij verricht daden van macht vanuit een hart vol medeleven. Hij wil dat wij daar, waar de mensen ons goed kennen, getuigen van wat Hij aan ons heeft gedaan.

De man gehoorzaamt direct. Het kost hem geen moeite om aan de opdracht te voldoen. Het is prachtig om te lezen dat hij predikt “alles wat Jezus aan hem had gedaan”, terwijl de Heer toch had gezegd dat hij moest berichten over wat “de Heer” aan hem had gedaan. Voor de man is ‘de Heer’, dat wil zeggen ‘Jahweh’, Dezelfde als ‘Jezus’. Zo is het ook. Het kan voor ons wel gemakkelijker zijn te spreken over God dan over de vernederde Jezus, maar het gaat God om de eer van de Heer Jezus en daar moet het ook ons om gaan.

Copyright information for DutKingComments