Matthew 13:32

Gelijkenis van het mosterdzaad

Het mosterdzaad is een klein zaadje en stelt de kiem van de christelijke kerk voor die door de Heer is gezaaid. Het zaad is nu niet de persoon zoals in de vorige gelijkenis, maar het geheel. In de volgende gelijkenis, die van het zuurdeeg, zien we hetzelfde, want ook daar gaat het om het grote geheel en niet om de enkeling. Het is nooit de bedoeling van de Heer geweest dat dit mosterdzaadje uit zijn krachten zou groeien. Toch wordt het een boom. Een boom spreekt van macht. Assyriƫ en Nebukadnezar worden ermee vergeleken (Js 10:18-19; Ez 31:1-18; Dn 4:10-11; 26).

Uit deze gelijkenis blijkt dat het kwaad niet slechts een vermenging zal zijn met een valse belijdenis, zoals de vorige over de dolik, maar er zal iets heel anders volgen. Het koninkrijk der hemelen begint klein en nederig in de wereld, maar het zal grootse afmetingen aannemen op aarde. Het zal zijn wortels diep slaan in de instellingen van mensen en zich verheffen tot een kolossaal stelsel met machtige invloed op aarde. In de kerkgeschiedenis is dit gebeurd toen Constantijn het christendom aannam en de wereld christelijk werd.

Deze derde gelijkenis stelt de ontwikkeling van het koninkrijk voor tot een in de ogen van mensen indrukwekkend verschijnsel. Dit rijk zal echter ook boze werktuigen een schuilplaats bieden, want de vogels stellen in dit hoofdstuk werktuigen van de boze voor (Mt 13:4; 19; vgl. Op 18:2). Het is het werk van de satan door menselijke werktuigen.

Copyright information for DutKingComments