Matthew 26:31

De verloochening voorzegd

De Heer kent Zijn discipelen zowel in hun verlangens als in hun zwakheid. Ze hebben Hem lief, maar zijn niet in staat Hem op de weg naar het kruis te volgen. In deze nacht, als Hij gevangengenomen wordt, zullen ze van Hem vluchten. Ze kunnen de tegenstand niet met Hem dragen. Ze tonen hun zwakheid in het uur van de beproeving. Hij waarschuwt hen van tevoren. Hij heeft het Zelf in Zijn Woord laten opschrijven. Ze vluchten niet omdat het Woord moet worden vervuld, maar omdat ze bang zijn. Tegelijk blijkt dat de Heer hen kent en Zijn Woord getuigt daarvan.

Hij getuigt er ook van dat Hij de verstrooide schapen weer zal vergaderen en dat Hij hen zal voorgaan naar Galiléa (Mt 28:7; 16). Dat zal zijn als Hij is opgewekt en het hele werk is volbracht waaraan zij geen deel konden hebben. Zijn dood is niet het einde en de ontrouw van de discipelen is niet het einde.

Petrus getuigt ervan dat hij de Heer niet gelooft. De reden is dat hij zichzelf niet kent. Oprecht, maar zonder zelfkennis, bezweert hij Hem zijn absolute trouw. Hij vertrouwt op zijn eigen kracht om staande te blijven, los van de Heer. We blijven echter alleen staande als we niet op onszelf vertrouwen, maar alleen op Hem.

De Heer moet hem terechtwijzen. Hij vertelt Petrus vooraf hoe hij Hem tot driemaal toe zal verloochenen. Hij geeft er ook een teken bij: als Petrus Hem verloochend zal hebben, zal de haan kraaien. Maar Petrus volhardt in zijn opstelling. Hij betwist het gelijk van de Heer ten gunste van zijn eigen trouw. Hij wordt daarin bijgevallen door alle discipelen. De Heer gaat er niet verder op in.

Copyright information for DutKingComments