Matthew 3:17

De doop van de Heer Jezus

Hier vinden we het eerste openbare optreden van de Heer Jezus. Over de tijd tussen Zijn geboorte en Zijn eerste openbare optreden zegt de Schrift niet veel. Alleen Lukas vermeldt iets over Hem als Hij twaalf jaar is (Lk 2:41-52). Daar blijkt dat Hij in de dingen van Zijn Vader is en aan Zijn aardse ouders onderdanig. Dit kenmerkt Hem, Die God openbaart aan de mensen en tegelijk op volmaakte wijze de Mens aan God voorstelt. Hij leeft, ook in de jaren vóór Zijn openbare optreden, zoals God heeft bedoeld dat de mens zal leven. In Hem is het woord waarheid dat God welbehagen in de mens heeft en wel in die Mens.

De Heer Jezus komt tot Johannes om door hem gedoopt te worden. De doop is de deur waardoor Hij als de Herder naar binnen moet gaan om Zijn dienstwerk te gaan beginnen (Jh 10:2). Hij komt niet uit Jeruzalem. Daar heeft Hij, net als Johannes, nooit gewoond. Hij wil gedoopt worden om Zich te voegen bij hen die door de doop hebben aangegeven naar Hem uit te zien. Door Zijn doop erkent Hij hen als Zijn volk.

Johannes voelt zich onwaardig om deze handeling aan Christus te verrichten. Hij wil dat het andersom gebeurt. De Heer wijst hem zachtmoedig terecht. Dit moet gebeuren. Johannes moet Hem laten begaan. In Zijn genade verbindt Hij Johannes met Zichzelf als Hij zegt: “Zo past het ons.” Hij zegt daarmee: ‘In het volbrengen van de wil van God heb Ik Mijn deel en jij het jouwe.’

Als de Heer Jezus Zich laat dopen, is dat om “alle gerechtigheid” te vervullen, dat wil zeggen om te doen wat recht is en dat in alle opzichten waarin God dat van Hem vraagt. Als het volk zich laat dopen, is dat onder belijdenis van hun ongerechtigheid. De Heer Jezus heeft geen zonden te belijden. Hij kan zeggen: “Wie van u overtuigt Mij van zonde?” (Jh 8:46). Maar omdat Hij Zijn plaats als Mens heeft ingenomen, is het gepast dat Hij Zich een maakt met de vromen die op deze wijze hun plaats voor God innemen. Hij doet dat in genade, zoals Hij alles in genade doet. Hij vervult zo “alle” gerechtigheid en niet alleen wat de wet eist.

Als Christus opstijgt uit het water, vindt de eerste grote openbaring van de Goddelijke drie-eenheid plaats. Nooit eerder is de hemel opengegaan om Gods welbehagen te laten horen over iets of iemand op aarde. Nu is dat wel zo. Ook voor ons is de hemel nu open, de voorhang is gescheurd. Wij zijn verzegeld en gezalfd net als Hij (2Ko 1:21). De Vader erkent ons ook als zonen van Zijn welbehagen. De Heer Jezus is dit in Zijn eigen kracht en recht, wij zijn in de verhouding als zonen tot de Vader gekomen door genade en de verlossing die dé Zoon tot stand heeft gebracht.

De hemel gaat open boven Hem. Dat is niet om Hem daar een voorwerp te geven, zoals bij Stéfanus het geval was (Hd 7:55-57). Hij is Zelf het Voorwerp van de geopende hemel. Als de hemel opengaat, is het altijd om Hem te vertonen en te verheerlijken (Jh 1:52; Op 19:11).

Dan horen we het wonderbare getuigenis van God de Vader: “Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik welbehagen heb gevonden.” Dit getuigenis is het gevolg van het vervullen door Christus van alle gerechtigheid in het water van de Jordaan. Tegelijk is het Gods jaloersheid voor de eer van Zijn Zoon. Hij wil niet dat op enige manier de ongepaste gedachte bij de omstanders zou opkomen dat de Heer Jezus een mens is zoals allen die zich hebben laten dopen. Hij is de unieke, zondeloze Zoon van God.

Dat Hij Zoon van David en Zoon van Abraham is (Mt 1:1), spreekt van wat Hij officieel is. Dat staat in verbinding met de heerlijkheid van de troon en de zekerheid van de beloften. Hij is ook de Zoon van de maagd (Mt 1:21), het Nageslacht van de vrouw (Gn 3:15). Zo staat Hij in verbinding met het menselijke geslacht. Maar de stem van de Vader proclameert Hem als Zijn geliefde Zoon, het voorwerp van Zijn bijzondere welbehagen.

Hij is de Zoon in Zijn Mensheid met het uitdrukkelijke voornemen om door Zijn dood anderen in die heilige verbinding met de Vader te brengen om met Hem te delen in de liefde van de Vader. Hier is een Mens op aarde, verzegeld door de Vader, Die ons laat zien wat de plaats van de christen vandaag op aarde is.

Er zijn vier zegeningen die wij hebben gekregen omdat wij met de Heer Jezus verbonden zijn. Wat voor ons zegeningen zijn, was altijd al bij Hem aanwezig. Die zegeningen mogen wij met Hem delen vanwege Wie Hij voor God is en op grond van de verlossing die Hij door Zijn werk op het kruis voor ons heeft bewerkt:

1. De hemel is voor ons geopend.

2. De Heilige Geest is ons gegeven.

3. We hebben deel gekregen aan het zoonschap.

4. We zijn voorwerpen van het welbehagen van de Vader.

Copyright information for DutKingComments