Micah 1:12

Maroth

“Maroth” betekent ‘bitterheid’. De bewoonster ziet uit naar het goede, maar het komt niet. Als bitterheid het kenmerk van de stad is, is er geen verbinding met het goede en het uitzien ernaar is ongegrond en tevergeefs. Omdat de stad de HEERE heeft verlaten, heeft ze de bron van het goede verlaten. Het oordeel is aanstaande. Dat zal verlies betekenen van al het goede dat er nog aanwezig is. Ze zal ziek zijn van het verlies ervan. Naar het goede kan alleen met blijdschap worden uitgezien vanuit de omgang met Hem.

Midden in de beschrijving van de veroveringstocht van de Assyriërs herinnert Micha eraan dat al het onheil dat de vijand brengt van de HEERE komt. Hij is het Die Zijn volk straft vanwege hun zonden. Assyrië is de roede waarmee Hij Zijn volk tuchtigt vanwege hun volharden in het afwijken van Hem (Js 10:5-6). Micha geeft ook de grens aan die de HEERE voor Zijn tuchtroede heeft vastgesteld en die daarom door de vijand niet zal worden overschreden. Het is “tot aan de poort van Jeruzalem” en niet erdoor naar binnen de stad in (vgl. Mi 1:9).

Copyright information for DutKingComments