Micah 1:5

Aanleiding van de komst van de HEERE

“Dit alles” slaat terug op de ontzagwekkende verschijning van God als Rechter in de vorige verzen en wat de gevolgen daarvan zijn. De aanleiding van Gods optreden ligt in de overtreding en de zonden van het volk. De zetel van het verderf is van beide rijken gevestigd in de hoofdstad van elk rijk: Samaria en Jeruzalem. Door het apart noemen van deze namen worden de tien en de twee stammen afzonderlijk als voorwerpen van Gods oordeel gezien.

Dat Samaria “de overtreding van Jakob” is, wil zeggen dat alle zonden van het tienstammenrijk in de hoofdstad geconcentreerd gevonden worden. Het wil niet zeggen dat ze alleen in Samaria worden gevonden, maar wat in Samaria gevonden wordt, is een uitbarsting van de zonden die overal aanwezig zijn. Mensen van het hele land gaan daarheen om aan hun zondige verlangens de afschuwelijkste uitingen te geven. Daar komt de etter van de zonde van het hele land tot een stinkende uitbarsting.

Op dezelfde wijze wordt Jeruzalem “de [offer]hoogten van Juda” genoemd. De zonde van Juda wordt nader aangeduid als offerhoogten, de hoge plaatsen waar afgoderij wordt gepleegd (Jr 32:35a). Hoogten zijn hier plaatsen op bergen en heuvels waar altaren zijn opgericht om aan de afgoden te offeren. Deze plaatsen zijn een gruwel voor God. Hij heeft in Jeruzalem Zijn tempel staan als de enige plaats van eredienst. Dat het volk eigenzinnig andere plaatsen van eredienst heeft gemaakt om daarbij dan ook nog andere goden te aanbidden, kan God niet ongestraft laten.

In de hoofdstad zetelt de macht. Daar wordt het beleid bepaald. Dat is tot zegen of tot verderf. De hoofdstad kunnen we beschouwen als het kloppend hart van het volk. De stad is ook vandaag het centrum waar mensen heengaan om zich eens lekker uit te leven. Daar is een ruim aanbod voor het voldoen aan de zondige verlangens. Natuurlijk zijn er op het platteland ook wel gelegenheden waar dat kan, maar de stad heeft toch wel een bijzondere aantrekkingskracht als mensen vertier zoeken. We horen dat ook als Petrus spreekt over de “steden Sodom en Gomorra” (2Pt 2:6), waar de mensen goddeloos hebben geleefd en als gevolg daarvan door God zijn geoordeeld.

Copyright information for DutKingComments