Micah 1:9

De wond is ongeneeslijk

Micha geeft twee redenen voor de luide, krachtige uitroepen van zijn smart. In de eerste plaats omdat het oordeel over Samaria zo radicaal is. De wonden als gevolg van de plagen waarmee God het slaat, zijn “ongeneeslijk”. Er is geen uitweg meer. Gods geduld is op. De legers van Assyrië zullen de stad verwoesten en de bevolking meenemen.

De tweede reden van zijn grote smart is dat hij in zijn visioen ziet hoe de Assyriërs Juda zijn binnengevallen. Waarschijnlijk betreft het de eerste invasie (2Kn 18:13). De vijand heeft zijn voet gezet op zijn land, zijn thuis. Dit is voor hem onverdraaglijk. Gods land is zijn land, Gods volk is zijn volk. Het mag niet zo zijn dat anderen daar recht op laten gelden. Dat God het toelaat, komt door de zonden van het volk. Micha erkent dat, maar dat neemt niet weg dat het binnentrekken van de vijand in Gods land bij hem een groot verdriet veroorzaakt.

Toch wordt Jeruzalem niet ingenomen. De veroveraar houdt halt bij de poort van Jeruzalem. Hij mag komen “tot aan” de poort, “tot aan” Jeruzalem. Dat hij niet in Jeruzalem komt, is het resultaat van de voorbede van Hizkia (Js 37:1-8). Hierdoor vergunt de HEERE Jeruzalem een uitstel van honderdvierentwintig jaar.

Copyright information for DutKingComments