Micah 3:2

Het goede haten en het kwade liefhebben

Haten en liefhebben hebben betrekking op hun gezindheid en tonen de verdorven grondhouding van deze mensen. Het is niet alleen zo, dat zij het goede niet doen, maar ze hebben er een afkeer van, ze haten het. Het is al zonde als iemand het goede niet liefheeft, laat staan als hij het haat. Zo is het ook met het kwade. Ze doen het kwade, maar dat niet alleen, ze doen het graag, ze houden ervan. Het is al verkeerd als iemand niet vlucht van het kwade, laat staan als hij het liefheeft.

Deze mensen zijn geen herders, maar slagers, of nog erger, kannibalen. In plaats van te helen wat gebroken is, breken ze stuk wat heel is. In plaats van de kudde te voeden, doen ze zich er te goed aan. Ze scheren de schapen niet, maar villen ze. In plaats van de kudde te beschermen tegen wilde dieren, gedragen zij zich zelf als wilde dieren te midden van de kudde.

In Johannes 10 gebruikt de Heer Jezus drie termen voor deze mensen: dieven, huurlingen en wolven (Jh 10:10-13).

1. De dief komt stiekem en ziet de schapen als winstbron. Om optimale winst te behalen is hij bereid niet alleen te stelen, maar ook te slachten en zelfs te verderven.

2. Een huurling denkt alleen aan zijn eigen veiligheid. Zodra er gevaar voor hemzelf dreigt, laat hij de schapen in de steek en vlucht.

3. De wolf handelt naar zijn eigen natuur. Hij denkt niet aan winst of gevaar, maar verscheurt en rooft, jaagt angst aan en zaait verwarring.

De huid afstropen komt overeen met ons gezegde ‘iemand het vel over de oren halen’, dat betekent ‘onder druk veel geld afhandig maken’. Het betekent dat ze hen van alles beroven wat hun het leven enigszins leefbaar maakt. Ze nemen al hun middelen van bestaan van hen af. ‘De huid afstroopt’ kan slaan op het afnemen van hun kleding en ‘het vlees van hun beenderen’ kan slaan op het afnemen van hun grondgebied.

Copyright information for DutKingComments