Micah 6:13-16

De tucht van de HEERE

Over het gedrag dat in de vorige verzen is beschreven, moet de HEERE wel Zijn tucht brengen. Hij kan dit gedrag niet dulden. Vanwege hun zonden zal Hij hen ziek maken. Daardoor zullen ze niet in staat zijn van hun schatten te genieten en ook niet kunnen doorgaan met hun zondige levensstijl. Er zal niets van hun rijkdom en van henzelf overblijven, want Hij zal hen verwoesten.

Dat de HEERE hen ziek zal maken en verwoesten vanwege hun zonden, hoeft geen verbazing te wekken. Hij heeft Zijn volk dit in Zijn wet door Mozes laten weten (Dt 28:15-68; Lv 26:14-39). Ze zullen geslagen worden met de ziekten van Egypte, zonder dat iemand hen genezen kan. Ze hebben immers de HEERE, hun Heelmeester, verworpen. Wat kan er dan nog voor verbetering worden verwacht?

Veel gedaan, geen resultaat

In Zijn tucht zal de HEERE honger in het land brengen. Ze zullen geen voldoening meer hebben van wat ze tot zich nemen, maar een voortdurend gevoel van honger hebben. Wat ze aan voedselvoorraad op een veilige plaats menen te kunnen opslaan, zal niet veilig zijn voor de vijand. Wat ze hebben ‘weggelegd’, in veiligheid hebben gebracht, zal worden gevonden (Hg 1:6; Lv 26:16; Dt 28:38-40; Js 62:8-9).

Het zal door de HEERE aan het zwaard worden overgegeven, dat wil zeggen dat het met geweld van hen zal worden genomen als een oordeel van de HEERE. Ze hebben het met geweld genomen, het zal met geweld van hen worden genomen. Wie geweld zaait, zal geweld oogsten.

Van al hun inspanningen van zaaien, olijventreden en wijnoogsten, zullen ze zelf niets genieten. Hun moeiten zullen wat henzelf betreft vergeefs zijn. Het zal allemaal in handen van de vijand vallen, die zal ervan profiteren. Koren, olie en nieuwe wijn worden enkele keren samen genoemd als een samenvatting van de zegen van het land (Dt 11:14; Dt 12:17; Dt 14:23; Dt 28:51).

Het koren om te eten wordt van hen afgenomen, zodat ze honger zullen lijden. De olie waarmee ze hun huid insmeren om er mooi uit te zien, wordt van hen afgenomen, zodat ze er afzichtelijk uit komen te zien. De wijn als het symbool van vreugde wordt van hen afgenomen, zodat ze in verdriet en ellende neerzinken.

Dit heeft een geestelijke toepassing. Als wij ontrouw zijn aan de Heer, stoppen we met lezen in Gods Woord, dat wil zeggen dat we stoppen met ons te voeden met de Heer Jezus als het brood van het leven. Ook laten we ons niet meer leiden door de Heilige Geest en verdwijnt de vreugde uit ons leven. We zullen geestelijk hongerlijden, naar het vlees leven en geestelijk in ellende terechtkomen.

De oorzaak van de smaad van Gods volk

De eerste helft van dit vers sluit aan bij de Mi 6:10-12, de tweede helft bij de Mi 6:13-15.

Met een aanvullend bewijs van hun afwijking onderstreept de HEERE de rechtvaardigheid van Zijn tucht over hen en waarom die wel moet komen. Ze houden zich namelijk aan “de verordeningen van Omri en alles wat het huis van Achab heeft gedaan”. De verordeningen van de HEERE zijn vervangen door wat deze goddeloze koningen hebben bedacht en gedaan.

De goddeloze regering van Omri heeft zijn climax in die van Achab gevonden. Van Omri wordt gezegd dat hij slechter is dan al zijn voorgangers (1Kn 16:25). Achab heeft de Baälsdienst ingevoerd, de profeet van God vervolgd en zijn naaste vermoord en beroofd (1Kn 16:29-33; 1Kn 18:9-10; 1Kn 21:1-3; 17-19), helemaal in de geest van zijn vader.

Het denken en gedrag van deze goddeloze personen zijn niet door Gods volk veroordeeld, maar omarmd. Dit gebeurt niet alleen in het gebied waarover zij regeren, het tienstammenrijk, maar hun verderfelijke invloed is ook in het tweestammenrijk doorgedrongen. De inwoners van Jeruzalem gaan in de opvattingen van deze verdorven lieden voort. Dan kan de HEERE niet anders doen dan hen aan de verwoesting door plagen en vijanden overgeven. Ze zullen tot een aanfluiting worden, tot een belachelijke vertoning voor de omringende landen (Kl 2:15). Zo zal Gods volk zijn smaad moeten dragen.

Tegelijk is het indrukwekkend dat God hier toch weer spreekt over “Mijn volk”. Hij deelt in de smaad die Hij over Zijn volk brengt. De tucht die Hij moet uitoefenen, raakt ook Hem Zelf. Hier zien we dat Hij niet uit wraakzucht handelt, maar uit liefde die niet anders kan dan zo handelen met het volk dat Hem heeft verlaten.

Copyright information for DutKingComments