Nahum 2:5-10

Voortgang in de strijd

Hier wordt ons gezegd wat de koning van Assyrië denkt. God kent de gedachten van de harten van alle mensen. De koning van Assyrië denkt de aanval te kunnen afslaan en rekent daarvoor op “zijn machtigen”, de militaire leiders. Ze snellen naar de muur. De bescherming van de muur is van het allergrootste belang bij een belegering. Maar op het uur van de waarheid struikelen zij in hun haast om de muur te beklimmen. De machtigen komen te laat, want de aanvallers maken het stormdak al gereed om de muur te bestormen.

Watervloed als wapen

De val is niet tegen te houden. In enkele woorden wordt de val van Ninevé beschreven. Hiervoor gebruikt God een overstroming van “de rivieren” waardoor de muur ten val komt en het paleis verwoest wordt. Bij Ninevé komen drie rivieren samen. De Tigris stroomt dicht bij de muren, de Khosr en de Tebiltu stromen door de stad. Met “de poorten” van de rivieren kunnen wel sluizen of dammen worden bedoeld die de waterstromen besturen. Door het openen van de sluizen en het doorbreken van de dammen krijgt een enorme watervloed de vrije loop. De bewoners van het paleis smelten weg van angst voor de onstuitbare watervloed.

De ellende van Ninevé

Hier zien we het gevolg van de definitieve overrompeling in Na 2:6. “Ontbloot” wil zeggen ontdaan van al haar luister. De bewoners van de stad worden gezien als slavinnen. Zij treuren over hun lot, wat te horen is aan hun ‘koeren’ zoals duiven dat doen en te zien is aan het zich op de borst slaan.

Op de vlucht geslagen

Ninevé is vanaf haar ontstaan hoogmoedig en trots geweest. Nu haar einde is gekomen, is daar niets van over. Wat een natuurlijke bescherming bood, is haar ondergang geworden. Hier klinkt opnieuw ironie door. Waar ze eerst in zelfzucht van heeft genoten als de inhoud van haar ontstaan en leven, is de oorzaak van haar dood.

Bevelen aan soldaten om op hun post te blijven staan, worden door hen genegeerd. Ze zijn allemaal in paniek op de vlucht geslagen.

Oproep om Ninevé te beroven

Als de verdedigingsmuren gevallen en de verdedigers gevlucht zijn, kunnen de enorme schatten worden geroofd die in de stad opgestapeld liggen. De oproep daartoe komt van God bij monde van de profeet. Deze oproep heeft Ninevé steeds zelf gedaan wanneer de Assyriërs oorlog gingen voeren om gebieden te veroveren. Daardoor is ze de rijkste stad van heel het nabije oosten geworden. Nu krijgt ze hetzelfde lot te verduren. De rijke voorraad aan allerlei kostbare voorwerpen lijkt wel eindeloos. De vijanden kunnen hun gang gaan.

Alle rijkdom en hoop zijn verdwenen

De overwinning op de stad wordt krachtig samengevat in de eerste drie woorden van dit vers die in het Hebreeuws als een rijm klinken (buqah umebuqah umebullaqah). In synoniemen wordt de verwoesting beschreven, alsof er geen woorden genoeg zijn om aan te geven hoe groot en grondig deze is. De stad die eens zo rijk en invloedrijk was, is nu een ellendige puinhoop, zonder schatten en zonder leven. Dat is wat overblijft van macht die wordt gebruikt tegen God.

De gevluchte bewoners van de stad zijn er niet beter aan toe. Alle moed is hun ontzonken, alle kracht is verdwenen. Overal waar kracht zou moeten zijn, “al de lendenen”, zijn pijnscheuten. Krachteloosheid is al hopeloos en als er nog eens pijn bij komt, is de situatie helemaal zonder uitzicht. En er is niet alleen geen uitzicht op uitkomst, het uitzicht dat er is, doet alle gezichten verschieten van kleur, dat wil zeggen dat alle kleur eruit wegtrekt, ze worden lijkbleek. Er is alleen uitzicht op verschrikking en een overvloed aan ellende.

Copyright information for DutKingComments