Nehemiah 10:38

De tienden voor het huis van God

De heffing van de tienden door de Levieten gebeurt onder toezicht van een priester. Wat dient tot onderhoud van Gods dienaren, behoort op een priesterlijke wijze te worden gegeven. Wat geestelijk aan God wordt aangeboden en wat materieel aan Zijn dienaren wordt gegeven, worden allebei “offers” genoemd (Hb 13:15-16).

De Levieten zullen op hun beurt de tienden geven van de tienden die zij hebben gekregen. De tienden van de Levieten worden naar de kamers van het voorraadhuis in Gods huis gebracht. Daar ligt het in Gods tegenwoordigheid. Hij waakt erover en beschikt erover. Op de juiste tijd zal Hij daaruit geven aan hen die het nodig hebben. Alles wat we toevertrouwen aan de Heer, wordt op de beste manier beheerd. Elke gedachte aan speculatie ontbreekt. Wie in geloof in Gods huis investeert, krijgt het hoogste rendement.

Wie het huis van God niet aan zijn lot overlaat (vgl. Hg 1:4-9), zal geven. Ondanks de zware belastingheffing door de koning van Perzië (Ne 5:4), herinnert Nehemia eraan dat de HEERE recht heeft op de eerstelingen. We moeten aan de keizer geven wat van de keizer is en aan God wat van God is (Mt 22:21). Trouw in het geven is een groot onderdeel van een opwekking. Naast trouw in het geven zal er ook trouw zijn in het bezoeken van de samenkomsten van de gemeente. Ook in dat opzicht wordt de zorg voor het huis van God zichtbaar.

Overal waar de liefde van Christus heerst, zal er liefde zijn voor Gods huis. Ondanks dat de heerlijkheid, die er in de dagen van Salomo op is neergedaald, er niet meer is, gaat het hart van het volk naar dat huis uit, omdat het Góds huis is. Dat geldt ook voor ons, die worden opgebouwd “tot een woonplaats voor God in [de] Geest” (Ef 2:22). De Geest is de Geest van de waarheid Die altijd bij ons en in ons zal zijn (Jh 16:16-17).

De zorg voor het huis van God vat alle voorgaande aangegane verplichtingen samen. Onder leiding van Ezra en Nehemia is het volk ertoe gebracht aan de geestelijke dingen prioriteit te geven en daardoor ook de herstelde tempel te voorzien van wat voor de dienst nodig is. De hoofdelementen zijn graan (een beeld van Christus), nieuwe wijn (stelt blijdschap, gemeenschap voor) en olie (een beeld van de Heilige Geest).

Het volk van God besluit hun overeenkomst met de indrukwekkende wens: “Wij zullen het huis van onze God niet verwaarlozen.” Is dat ook ons verlangen met het oog op wat nu “het huis van onze God” is: “Dat is de gemeente van de levende God, de pilaar en grondslag van de waarheid” (1Tm 3:15)?

Copyright information for DutKingComments