Nehemiah 13:31

Reiniging en herstel

Nehemia is niet alleen bezig met het wegdoen van het verkeerde. Dat is zeker noodzakelijk, maar dan wel om daarna de vrijgekomen ruimte te vullen met het goede. Nehemia reinigt de Levieten. Daarin is hij een beeld van de Heer Jezus (Ml 3:3). Daarna stelt hij ieder weer aan in de taak die te verrichten is.

Kritiek op bepaalde zaken in de gemeente kan terecht en noodzakelijk zijn. Maar het mag nooit vanaf de zijlijn gebeuren. Echte betrokkenheid bij de dingen die niet goed zijn, zal zich uiten in een zich inzetten om Gods aanwijzingen weer op te volgen.

Deze laatste handelingen die we van Nehemia lezen, hebben te maken met de dienst in het huis van God. Hij zorgt ervoor dat priesters en Levieten weer het werk kunnen doen dat van hen verwacht mag worden. In bedekte termen betrekt hij het hele volk erbij, want hij regelt ook de levering van hout (Ne 10:34) en de eerstelingen (Ne 10:35-37). Hij weet dat het resultaat ervan tot eer van God is. Wat de handelingen van Nehemia betreft, is dit een prachtig en passend slot van dit boek. Daar heeft hij het allemaal voor gedaan.

We zien hoe Nehemia tot op het laatst bezig is anderen te motiveren om het werk te doen naar de positie de ze hebben en waartoe ze de bekwaamheid hebben. Zulke motiverende mensen zijn ook vandaag nodig. Het motief voor zijn dienst is om zijn God te dienen en te behagen. Hij heeft een levendig voorbeeld gegeven van leiderschap zoals God het wenst.

Het boek eindigt met een gebed van Nehemia (Ne 13:31b). Het boek is ook met een biddende Nehemia begonnen. In dit boeiende boek hebben we de memoires van deze actieve man Gods gelezen. Nu vraagt hij of God hem wil gedenken. Dit is geen hoogmoed, maar ootmoed. Hij beveelt zijn werk bij God aan. Hij geeft het Hem ter beoordeling en vertrouwt op Zijn goedheid. Nehemia moet het van God hebben, van Gods denken, want Gods denken is doen.

Nehemia heeft laten zien dat zijn levenswerk alleen heeft kunnen plaatsvinden onder voortdurend gebed. Hij heeft biddend gebouwd aan de muur en het volksleven. Hij heeft ook bouwend gebeden voor allerlei mensen en zaken. Hij bidt, terwijl hij bouwt, en bouwt, terwijl hij bidt. Zo moeten wij altijd “bidden en niet moedeloos worden” (Lk 18:1).

Copyright information for DutKingComments