Nehemiah 2:10

Tegenstanders van Gods werk

Tussen de voorbereidingen voor de reis en de aankomst in Jeruzalem horen we iets over mensen die niet bepaald blij zijn met de actie van Nehemia. Sanballat is de voornaamste politieke tegenstander van Nehemia. De toevoeging “de Horoniet” geeft aan dat hij uit Horonaïm komt. Horonaïm is een stad in Moab (Jr 48:34). In zijn kielzog treffen we Tobia aan, afkomstig uit Ammon. De plaats van herkomst van deze twee tegenstanders ligt in de duisternis van een spelonk. Hun ontstaan is even duister als de spelonk: verwekt door een dronken gevoerde Lot bij zijn twee ontaarde dochters, die deze manier van het verwekken van nakomelingen in hun verdorven geest hebben uitgedacht (Gn 19:30-38).

Nehemia heeft de eerste stappen gezet op weg naar het werk dat God hem in zijn hart heeft gegeven. We kunnen er zeker van zijn dat waar iemand Gods werk wil gaan doen, ook de vijand actief wordt. Tegenstand in het werk voor de Heer is vaak het bewijs dat we inderdaad voor de Heer bezig zijn. Anders slooft de duivel zich niet zo uit om dat werk dwars te zitten en pogingen te doen het te verhinderen.

De vijand weet precies wat Nehemia van plan is. Nehemia zoekt geen eigen voordeel, maar het welzijn van de Israëlieten. Daarmee haalt hij zich de woede van de vijand op de hals. De vijanden willen Jeruzalem in de ellende houden. De inwoners van Jeruzalem worden niet door de vijand lastig gevallen. Zij vormen geen bedreiging voor de vijand. Ze zijn al de tijd dat ze daar leven tevreden met de situatie zoals die is, ongevoelig voor de smaad die de HEERE daarmee wordt aangedaan. Dat is naar de smaak van de vijand. Maar als Nehemia komt, verschijnt in hem, in zijn houding en voornemen, een levende oorlogsverklaring tegen de heersende toestanden.

Over de gemeente in het algemeen maakt de satan zich geen zorgen. Maar als er zijn die zich volkomen aan Christus willen toewijden en Zijn werk willen gaan doen ten gunste van de gemeente, dan komt hij in beweging. Zo geeft ook het volgen van de Heer Jezus tegenstand (Mt 8:19-27).

De tegenstand van de vijand is er al voordat Nehemia iets van zijn plannen heeft bekendgemaakt en terwijl er van de kant van het volk nog geen reactie merkbaar is. De vijand heeft meer gevoel voor het werk van God dan Gods volk. Moet de duivel ook vanwege onze inzet overuren maken? Als onze doelen hetzelfde zijn als die van God, zal zijn tegenstand merkbaar zijn. Als onze doelen anders zijn dan die van God, laat de tegenstander ons met rust.

Enkele lessen

1. Als we een werk voor de Heer willen doen, kan tegenstand een van de bewijzen zijn dat we werkelijk met een werk voor de Heer aan de gang zijn.

2. Een geopende deur en tegenstanders horen bij elkaar (1Ko 16:9).

3. Soms hebben ongelovigen het belang van Gods werk beter in de gaten dan gelovigen en zijn ze actiever in het verstoren ervan dan gelovigen in het bevorderen ervan.

Copyright information for DutKingComments