Nehemiah 3:30

Hananja en Hanun – Mesullam

Hananja en Hanun

Van deze bouwers weten we niet veel meer dan hun namen. In hun namen ligt een verbondenheid. Hananja betekent ‘Jahweh heeft begunstigd’ en Hanun betekent ‘begunstigd’. Van Hanun wordt nog wel een bijzonderheid vermeld: hij is de zesde zoon.

Zes is het getal van de mens (Op 13:18) en zijn werk (Ex 20:9). Alles wat de mens is en doet, draagt het stempel van zonde en zwakheid. De mens is een door God begunstigd schepsel. Door te kiezen voor de zonde heeft de mens zich van God losgerukt. In zijn hoogmoed beroemt hij zich op zijn kwaliteiten. Het is dan ook dwaas hoog op te geven van die mens en op hem te vertrouwen in de dag van de bezoeking (Js 2:22).

Maar iedere ‘Hanun’ kan een ‘Hananja’ worden. Wie zijn zondigheid, hoogmoed en opstand tegenover God erkent, ontvangt vergeving van zonden. Hij mag zien op het werk van de Heer Jezus, Die als Mens volmaakt heeft beantwoord aan wat God van de mens vraagt. Hij heeft als Mens de zonden gedragen van allen die in Hem geloven. Wie in geloof aanvaardt dat Hij het ook voor hem heeft gedaan, komt in de gunst van God (Rm 5:2).

Door bekering tot God wordt de verbinding met God hersteld. Door geloof in de Heer Jezus wordt iemand in Hem begenadigd, of voor God aangenaam gemaakt (Ef 1:6). Dat is de ware genade (of gunst) waarin iemand moet staan (1Pt 5:12). ‘Hananja’ en ‘Hanun’ worden verenigd. ‘Hanun’ kan echt gaan beantwoorden aan het doel waartoe God hem geschapen heeft, dat is Hem dienen. Samen met ‘Hananja’ is hij inzetbaar bij de bouw van de muur.

Mesullam

Mesullam heeft eerst meegewerkt aan het herstel van een ander stuk van de muur (Ne 3:4b), maar hij verwaarloost “zijn kamer”, zijn eigen leefruimte, niet. Mesullam woont mogelijk alleen op een kamer. De toepassing ligt voor de hand. Veel jonge mensen gaan vandaag de dag ‘op kamers’. Ze verlaten het ouderlijk huis om in een andere stad te gaan studeren. Ze gaan op zichzelf wonen. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor de inrichting van hun kamer en hun gedrag daarin. Ademt het de christelijke sfeer of ziet men de kans schoon alle bijbelse waarden en normen van thuis overboord te gooien? Heel wat jonge mensen hebben de muur waarachter ze thuis veilig zijn geweest, afgebroken.

Bij Mesullam is dat anders. Hoewel hij slechts een kamertje als thuis heeft, getuigt zijn leven van volkomen overgave. Daardoor leeft hij in een geheiligde atmosfeer. Zijn naam betekent ‘overgegeven’. Hij is de zoon van Berechja, dat betekent ‘Jahweh zegent’. Wie in overgave aan de Heer leeft, wordt door Hem gezegend. De zegen van de Heer hangt er niet van af of mijn huis groot of klein is, of het werk imponerend of onbeduidend is, maar of alles wordt gebruikt en gedaan in overgave aan Hem. De zegen die dan van de Heer komt, “die maakt rijk” (Sp 10:22).

Wij bouwen allemaal aan de muur. Niemand mag denken dat hij te gering is. Het kleinste gat in de muur levert het gevaar op dat de vijand daardoor binnendringt. Als wij een gat laten ontstaan of bestaan, loopt de hele gemeente gevaar.

Copyright information for DutKingComments